Peru - Reisverslag uit Lima, Peru van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu Peru - Reisverslag uit Lima, Peru van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu

Peru

Door: Mark van Helvoort

Blijf op de hoogte en volg Mark

01 Mei 2018 | Peru, Lima

Het begin nu toch wel door te dringen. Land nummer tien. In Azië hield ik het na acht landen voor gezien maar hier krijgen we er geen genoeg van. Peru stond vanaf het begin al in de planning. Dit was hét land waar we beide al enorm naar uitkeken. Ik door de geschiedenis van de Inca’s, Vick door de geschiedenis van haar zus en familie. Zij hebben Peru ook bezocht en Vick kan niet wachten om in hun voetsporen te treden. Ik volg haar graag want er is genoeg te doen.
Doordat we een klein beetje tijdnood beginnen te krijgen slaan we het noorden van Peru over. Strand hebben we genoeg gezien in Ecuador en verder gaan backpackers alleen naar het noorden voor pittige hikes door de Andes. Dit is ons iets te extreem voor nu dus we vliegen van Piura naar Lima, de hoofdstad van Peru en tevens de woonplaats van 30% van de Peruvianen. Na Lima bezoeken we de woestijn in Huacachina, de Nasca lijnen gemaakt door de Inca’s en rijden we door naar Arequipa. Vanuit hier doen we een twee daagse trek door de Colca Canyon voordat we doorgaan naar Cusco, een van de belangrijkste steden om Inca geschiedenis te bezoeken. Hierna gaan we eindelijk richting Machu Picchu op een vier daagse trek en sluiten we Peru af met Lake Titikaka op de grens met Bolivia.

LIMA
De rit vanuit Ecuador ging uiterst soepel. We hadden een snelle grensovergang en na twee bussen en 8 uur wachten op het vliegtuig kwamen we aan in Lima. We werden opgehaald door Giancarlo, een goede vriend van Vicky’s zus en ook al heb ik hem maar één keer gezien in Nederland, mogen we de komende dagen bij hem en zijn moeder slapen. Al bij aankomst is Patricia mega gastvrij. Mi Casa es su Casa is het eerste wat wordt gezegd en het is wel weer even fijn om een moeder figuur om ons heen te hebben die voor ons zorgt. We zijn kapot van de dag maar gaan toch nog even naar een van de leukste wijken, Baranco. Voor de locals dan want mega veel toeristen zie je hier niet. Die zitten in het historische centrum. De wijk Baranco is een New age artistieke wijk en samen met Giancarlo en zijn goede vriendin Cynthia gaan we eten bij Tio Mario, ome Mario. We moeten perse het gerecht Anticucho proberen. Ze willen niet zeggen wat het is dus eerst maar even proeven. Het smaakt als een stevige biefstuk en het is overheerlijk. Blij kijkend zeggen ze dan maar dat het koeien hart is. Lichtelijk verschrikt maar stevig doorkauwend geniet we van nog een hap. Dan kijk ik op Giancarlo’s bord, ik zie verschillende tagliatelle achtige strengels liggen die deels lijken op delen van een octopus. Nu wil hij wel zeggen wat het is. Koeienmaag... Wat is dit voor een land man, ze eten hier echt alles van een beest op. Tuurlijk neem ik een hap maar dit is duidelijk niet aan mij besteed. We lopen daarna nog even door de wijk maar gaan snel naar bed. Wat een heerlijk bed is dit, Giancarlo’s bed trouwens want hij slaapt op de bank. Ja, zo vriendelijk is hij echt.

Dag twee in Lima krijgen we het heerlijkste ontbijten sinds tijden. Echte jonge kaas en echt brood. Wat een begin van mijn dag. Taxi chauffeur Giancarlo neemt ons weer mee naar een nieuw deel van Lima. Met meer dan tien miljoen mensen zijn er namelijk genoeg gebieden om te bezoeken. We lopen in de middag door Miraflores en wat zien we daar! Een Hollandse snackbar! Al smaakt de kroket niet precies zoals die van Piet friet dan nog is de honger naar Nederlands voedsel even gestild. Een paar uur later stappen we weer de auto in, rijden langs een oude Inca ruïne en gaan door richting de zee. We lopen langs de boulevard hetgeen een groot langgerekt park is en zien een deel van het Limanese leven. Kinderen rollen van een heuvel af in het gras, een oude vrouw loopt met wandelstok langs tennisvelden en jongens rijden al zigzaggend langs families op hun skateboard. We lopen naar het park van de liefde om een twee mensen innig te zien zoenen, het is een sculptuur van bijna tien meter hoog. Hierna hebben we de bezichtigen wel weer even gehad en halen we Pedro op. Een vriend en collega van Pablo en tevens de man van Cynthia. We gaan stappen vanavond en de mannen nemen ons mee op pad. We halen een fles rum, leren elkaar kennen en gaan naar club Sukrah. Een luxe reggaeton club met bartenders in pak en voor iedereen een tafel met fles drank. Hier leren we wat andere vrienden van Giancarlo kennen en het is een geweldige mannen groep. Na drie uur worden we de club uit gewerkt maar we weten nog niet van ophouden. We proppen ons met zes man, inclusief een vettige Puerto Ricaan, in een taxi en gaan door naar een club in de backpackers scène. Ditmaal geen stropdassen en bediening maar rauwe techno en halve liters bier. Buiten staat een vrouw met Anticucho dus rond zes uur wil ik heel haar barbecue wel leeg kopen. Het smaakt alleen net wat minder lekker dan bij Tio Mario maar met een zatte kop ben je toch wat minder kieskeurig.

Dag drie, langzaam worden we wakker met een goede dosis hoofdpijn. Ook Giancarlo voelt zich niet topfit en dat verbaast me niks. Het verbaast me wel dat hij überhaupt nog zijn slaapbank heeft gevonden want om half 7 s’ochtends lag hij te slapen op het tapijt in de woonkamer. Wederom ontfermt Patricia zich over ons en krijgen we een kater ontbijtje. Ook al zijn we lam, moeten we wel iets doen. Even uitwaaiden op La Puenta aan de zee op een terras met de lekkerste cevice tot nu toe. Beter dan die uit Panama City in ieder geval. Het is inmiddels al donker dus een goed moment om naar het historische centrum van Lima te gaan. Het centrum heeft de grootste oude gebouwen van alle steden tot nu toe. Nu lopen we alleen niet over kasseien door smalle straten maar valt het op dat er een leuke mix is tussen nieuw en oud. Heel het centrum is overvol met winkelende mensen. Giancarlo houdt dan ook niet van dit gebied want het is te druk. In de avond bezoeken we Pedro weer en mogen we in zijn huis relaxen. Ook Pedro is pas net hersteld van zijn kater, maar heeft uiterst genoten van de avond. Net zoals wij.

Onze laatste dag, hoe kan het ook anders, begint met een ontbijt en ditmaal met de laptop voor onze neus. PSV speelt namelijk tegen Ajax en we weten het allemaal wat er is gebeurt. 3-0 op de broek en PSV is kampioen! Het heeft wel iets, in ochtend kleding om 10 uur voetbal kijken aan de andere kant van de wereld, terwijl de video’s van een ontploffend stratumseind op Whatsapp binnen stromen. In de middag wordt er geshopt. Het einde komt in zicht dus we moeten maar eens gaan denken aan de geliefden die al meer dan zes maanden op ons aan het wachten zijn. We denken natuurlijk ook aan onszelf dus mijn tas zit nu wel echt redelijk vol. Later op de dag gaan we nog even mee met Giancarlo naar zijn voetbal wedstrijd voordat we ons gaan klaar maken voor het avond diner. Nu geen snelle hap of koeien hart maar een groot buffet met al het typische Peruviaanse eten wat je maar kan bedenken. Cynthia heeft het allemaal voor ons geregeld en tijdens het buffet krijgen we een dans voorstelling met traditionele dansen uit alle streken van Peru. De meest verschillende gewaden en geluiden komen voorbij. Van inheemse stammen die dieren nabootsen tot aan sjiek geklede mannen en vrouwen die een romantische dans delen. Terwijl Pedro, Giancarlo, Vick en ik zich vol stoppen zorgt Cynthia voor de tekst en uitleg. Het is niet haar eerste voorstelling en ze kan zelf ook wat dansjes uitvoeren. Opeens stapt er een vrouw van het podium af en loopt door de zaal. Ze is op zoek naar een slachtoffer. Ik kijk net optijd weg maar Giancarlo is de sjaak. Voor de tweede keer al moet hij het podium op en nu voor een ‘gevecht’ met de minnaar van deze vrouw. Het zorgt voor hilariteit in de zaal en vooral bij ons maar Giancarlo doet het geweldig. Het is ook meteen de afsluiting van de avond. Wat hebben Vick en ik ontzettend geluk gehad met Giancarlo, zijn vrienden en moeder. We zijn door iedereen zo hartelijk ontvangen en niets was te gek. Vooral Giancarlo is een perfecte gastheer gebleken. Zijn bed opgeofferd, altijd als chauffeur opgetreden en immers vrolijk en vol met ideeën. We hadden Lima nooit zo kunnen ontdekken als we hem niet zouden kennen en we kijken alweer uit naar het moment dat we elkaar gaan zien. Want dat moment komt zeker.

HUACACHINA
Een van de hoogtepunten van Peru, al moet ik zeggen dat Peru vol staat met hoogtepunten. Huacachina is eigenlijk een paar straten midden tussen de duinen in de woestijn. Zo ook ons hostel, het heeft een mooie binnentuin met bar, hangmatten en zwembad en is omringt door het vier verdiepingen smalle gebouw. Maar zelfs al staan we op het dakterras dan nog torenen de duinen tientallen meters hoog boven ons uit. Het heeft iets spannends om tegen het gele zand aan te kijken. Het lijkt Huacachina op ieder moment op te kunnen slokken. Aan alle randen van het dorpje zie je al dat het zand de gebouwen omhelst en er lijkt maar een zuchtje wind of trilling voor nodig te zijn voordat de duin helemaal de huizen verzwelgt. We slapen het Banana’s Adventure’s hostel waar de tours ingegrepen zijn dus we kunnen de komende twee dagen twee activiteiten ondernemen. Activiteit één is meteen degene waarvoor we naar Huacachina zijn gekomen, buggy rijden en sandboarden. De buggy’s zijn gigantische beesten waar tot wel 14 mensen in passen. We lopen vanuit het hostel de duinen op naar de buggy. Langzaam en zwaar, je schoenen zakken bijna helemaal in het warme zand. Iedereen stapt de buggy in en daar gaan we. Ik zie tientallen andere buggy’s om ons heen over het zand stuiven. Nerveus ben ik nog niet maar ik ben zeer benieuwd wat onze chauffeur gaat doen. We hebben immers al een vrijwaringsformulier getekend dus hij heeft carte blanche. We zijn alleen nog geen honderd meter ver als hij naar z’n drie wil schakelen en een knarsend geluid de vallei vult. Daar vervliegt onze hoop op een spannend ritje. Wat rest is het sandboarden. Liggend met je kop naar beneden op een snowboard van de duinen af. We krijgen een kaars om het bord in te vetten en korte instructies. Veel kan ik er niet mee dus ik hoop maar op het beste. Ik had geen idee dat je met zo’n vaart naar beneden gaat. Je voelt de versnelling en de hobbels in het zand. Voor je het weet ben je beneden en klopt je hart in je keel. We doen meerdere afdalingen van tientallen meters lang en de adrenaline blijft maar stromen. In de avond hebben we eindelijk even wat rust, geen stap avond zoals in Lima of hoeveelheid drank zoals in Montanita. Nu even lekker een barbecue met veel groente om het gemis te vullen en tevreden kunnen we ons bed induiken.

Dag twee in Huacachina gaan we een wijn en pisco tour doen. Pisco is de lokale likeur en wat drinken de locals dit graag. Helaas kan de gids amper een woord Engels dus ik verlies al snel mijn concentratie. Wat rest is de proeverij en hier kunnen we toch een stuk meer van genieten. Ze gebruiken één soort druif om alle soorten wijnen en pisco’s te maken. Hoe ze het verschil in smaak maken hangt af van het fermenteer proces en de (fruit) smaken die ze toevoegen. Een proeverij gaat er hier wel iets anders aan toe dan ik gewend ben. Geen apart glas voor ieder drankje of slokje water en cracker om vers te beginnen aan de volgende. Nee, je krijgt een glas en een voor een schenkt ze de wijnen en pisco in je glas. Tijd om na te praten over de smaak is er niet want hop je glas zit alweer vol. In totaal gieten we drie wijnen en zeven pisco’s naar binnen en allen smaken ze naar meer. Meer krijgen we ook, want de chauffeur brengt ons zonder het door te hebben naar de volgende pisco fabriek. Ditmaal krijgen we niet eens een uitleg maar enkel een plastic bekertje en dienen we maar achter de werknemer aan te hobbelen. Hij is overduidelijk al aan zijn dag begonnen met een paar vaten pisco dus leuk is het zeker. Enigszins teut zitten we na een uur alweer in de auto terug naar het hostel om te genieten van onze roes.
Later op de middag gaan we wederom de duinen in. Vick en ik hadden namelijk geklaagd over de kapotte buggy dus geëist dat we nog een keer mochten. Geen probleem dus rond 17 uur stappen we weer in de buggy en gassen we de duinen in. En nu gaan we vol gas, geen tijd om rustig rond te kijken want we vliegen de duinen op en af. We weten niet wat voor meer adrenaline zorgt, de buggy of met een rotgang de berg af boarden. We zijn na een halfuur lekker gezandstraald en zijn weer op de plek waar we gister ook al de duinen af gingen. Ik voel me al een pro dus het doel voor vandaag is nog sneller te gaan dan de dag daarvoor. Had ik deze gedachte maar niet want natuurlijk zie ik weer in hobbel over het hoofd en kopt mijn kin mijn snowboard. Gelukkig heb ik een klein baardje op mijn kin wat ervoor zorgt dat alleen ik de mooie paarse bloeduitstorting kan zien. Ook mijn arm moest eraan geloven. Gister tijdens de afdeling gleed mijn arm van het bord en kreeg ik een lichte schaafwond als herinnering. Vandaag, dezelfde afdaling en gewoon precies dezelfde plek gebeurt hetzelfde. De huid was alleen al zo verzwakt van gister dat ik nu wel compleet het vel kwijt ben. Ik zie het maar als een gratis aandenken. Natuurlijk sluiten we de avond weer af met een barbecue en dienen we onze tassen alweer in te pakken. Morgen vertrekken we vroeg naar Nasca voor de befaamde Nasca lijnen. Voor 85 dollar, ja we hebben weer goed kunnen afdingen, vliegen we een half uur met een rotgang langs de verschillende lijnen die honderden jaren geleden door de Inca’s zijn ontworpen.

NASCA
Na een kleine drie uur bussen komen we aan in Nasca. De lijnen zijn vooral dierlijke vormen en kilometers lange lijnen die meer dan 1400 jaar geleden zijn gemaakt door de Inca’s. De constructie is simpel maar de uitvoering een stuk lastiger. De vlakte brand als een woestijn en er is geen water of beschutting. De Inca’s maakte de lijnen door de donkere stenen weg te halen en de grond te vegen totdat er een lichte ondergrond over bleef. Aan weerszijde maakten ze dan een border met grotere stenen zodat de verst geborstelde ondergrond uit de wind blijft. Een super effectieve techniek als je nagaat dat de lijnen na al die honderden jaren er nog piekfijn bijliggen.
Wat betreft het vliegen, we kregen van te voren al te horen dat het een hobbelende rit zou worden dus de kots zakjes lagen al klaar. Het vliegtuigje is nog kleiner dan die ons naar de Corn islands bracht. We stapten het vliegtuig in met vijf personen en twee piloten en bij ons vijf gierde de positieve zenuwen door ons lijf. We stijgen op en het duurt niet lang voordat we de verschillende luchtstromen voelen. Al binnen enkele minuten grijpt de eerste al naar haar zakje en ze heeft volgens mij tijdens de hele vlucht maar enkele keren uit het raam gekeken. Vick en ik voelen ons echter prima en zijn verbijsterd door wat we zien. Wat een uitzicht, het landschap is dor maar dat is niet het speciale. Waar we enkele vormen en lijnen verwachtten te zien is werkelijk waar het hele landschap bezaaid met vormen. De tientallen figuren van dieren, honderden geometrische vormen en duizenden lijnen en lijnenspellen zijn in het woestijnzand gekerfd. Alle deze vormen strekken zich uit over een gigantisch plateau zo plat als een dubbeltje. Aan de uiteinde van de vlakte zie je ravijnen met groene stroken waar kleine rivieren doorheen kronkelen. We stevenen al schuddend af op de eerste vorm. Een walvis van 45 meter lang. We gaan weer door en komen bij een van de meest aparte vormen aan van de vlakte. Een man die lijkt op een alien uit sciencefiction films. Het is vooral deze vorm die menig complot theorie heeft gevoed want het is een man die naar de hemel zwaait. Is het een eerbetoon aan de aliens die de Inca’s hebben bezocht? Het zou zo kunnen zijn want hoe hebben de Inca’s anders deze vormen van tot wel 170 meter lang en kaarsrechte kilometers lange lijnen kunnen maken? We hebben geen tijd om er bij stil te staan want we vliegen van vorm naar vorm. Ook nummer twee haalt zijn zakje uit zijn stoel maar tussen het spugen door maakt hij nog steeds van alle vormen foto’s, respect. De 30 minuten vliegen voorbij en we landen dan ook snel weer op het vliegveld. Geen minuut te laat want ook ik voel me een beetje wazig worden door alle onverwachte bochten en hobbels.
Voor mij was dit een van de hoogtepunten van Peru. Misschien vooral omdat zo veel mensen de lijnen overslaan en we het gevoel hebben iets unieks te hebben gezien. Een stop van een paar uur in Nasca is dan ook meer dan voldoende want de zon brand, alles is stoffig en voor de rest loopt er geen backpacker door de straten.

AREQUIPA
Het is de tweede stad van Peru maar met een kleine miljoen mensen ongeveer tien keer kleiner dan Lima. Het oude centrum van Arequipa, de witte stad, is vooral opgetrokken uit witte lavasteen van de omliggende vulkanen. De dag van aankomst doen we meteen een walking tour door de stad om er achter te komen dat er hier bar weinig te doen is. Oké, de omgeving is prachtig want sta je op het centrale plein en kijk je naar de witte kerk dan zie je de besneeuwde pieken van de vulkanen op de achtergrond. Maar naast dit uitzicht ben je snel klaar. We hoeven de volgende dag dus weinig te doen en dat is prima want morgen moeten we toch vroeg opstaan voor een twee daagse trek naar de Colca Canyon. We lopen in de middag nog wel even door het centrum, halen wat geld en fruit voor de trek en gaan lunchen bij een aanrader van Giancarlo. Voor een overheerlijke cavia! Ik moet toegeven dat ik liever een sprinkhaan eet omdat zijn knuffel-factor iets lager ligt, maar hier denken ze er niet zo over. We moeten er dus maar aan en voordat we het weten ligt er een cavia in zijn geheel op ons bord. Smakelijk is het beestje zeker maar luguber ook. Daar ligt ‘ze’ dan, in vier stukken van kop tot kont. We peuzelen de cavia helemaal op en vooral Vicky heeft de smaak te pakken, maar veel vlees zit er niet aan. Geen probleem want ik kan het lieve zachte knuffelige beeld niet uit mijn gedachte bannen.

COLCA CANYON
Het is weer eens tijd om vroeg op te staan, om drie uur s’nachts gaat de wekker want we gaan naar de Colca Canyon. Met zijn 1358 meter diepte de op één na diepste canyon van de wereld dus zeker de moeite waard om even een kijkje te nemen. Daarnaast is het ook dé plek om condors te spotten, de grootste aasgieren ter wereld met een spanwijdte van wel drie meter. Maar dan nog, die wekker, zo vroeg en zo koud. Rillend wachten we op de bus die ons in drie uur naar Chivay brengt, de enige echte stad aan het begin van de canyon. We ontbijten eerst even voordat we doorgaan naar het Condor viewpoint. De afgelopen dagen hebben we al verhalen gehoord. Je moet geluk hebben want de ene keer zijn ze er maar vaak ook niet. We hebben geluk, wel meer dan geluk want we zien er niet één maar tientallen. Enkele zitten een paar meter van ons verwijderd op een rots maar het merendeel zweeft door de canyon. Nu ben ik niet zo snel onder de indruk van wat vliegende beestjes maar dit maakt het opstaan om drie uur wel waard. Na een half uur vogel spotten rijden we door en gaat de trek echt beginnen.
We wachten even op Tony onze gids en op zijn welkoms praatje. Ik verschiet al meteen als hij verteld dat er 18 kilometer op de planning staat vandaag. Ik dacht godverdomme dat dit een rustige wandeling zou worden en niet de zeven uur hiken in totaal. Drie uur naar beneden, een uur omhoog, twee uur redelijk vlak en een uur naar beneden. We beginnen te hiken aan de zes kilometer lange afdaling. Het is bloed heet, je kan het goed zien dat ze zon voornamelijk tegen deze kant van de canyon schijnt want zo dor als het hier is zo groen is het aan de andere kant. Zwetend met een lichte hoofdpijn komen we aan bij de lunch. Een lief oud vrouwtje vol rimpels en gekleed in traditioneel gewaad brengt ons de bordjes met eten. Een lekker stuk vlees met rijst en groente. We vragen ons af of dit koe of varken is en dan verteld ze met een glimlach dat we een lama aan het eten zijn. Gelukkig licht de knuffelfactor van een lama een stuk lager dan een cavia en hij is nog lekkerder ook.
We rusten nog een half uur en dan gaan we beginnen aan de twaalf kilometer door de groene kant van de canyon. Steeds weer omhoog en omlaag zorgt ervoor dat we niet te moe worden en kunnen genieten van het uitzicht. Ik had nooit gedacht dat een canyon zo verschillend kan zijn. Laat je idee van de Grand Canyon dus maar los want het is compleet anders. Je ziet hier twee kanten twee werelden. De zon kant is steil, grijs en bruin, er groeien amper planten en het enige wat je ziet is gesteente en basalt rotspartijen. Nu we aan de andere kant lopen moeten we continu over kleine beekjes stappen. We passeren dorpje na dorpje en tussen al het groen verbouwen de locals hun gewassen. Ik vraag aan Tony hoe de canyon is gevormd en of dit alleen door de rivier is gebeurt. Hij knikt ja en nee. Er zijn vier voornaamste oorzaken waarvan de eerste inderdaad het uitslijten door de rivier is. De tweede reden is belangrijker en dat zijn de aardbevingen, het Andes gebergte is niet één bergkam maar beslaat een breed gebied waar de grond golft en beweegt. Zo hebben de bevingen ook de bergen aan beide zijden van de canyon gevormd. Rede drie zijn de vulkanen aan de dorre kant van de berg. Het basalt gesteente is afkomstig van deze vulkanen en zorgde ervoor dat de grond aan de dorre kant sowieso niet erg vruchtbaar is. Deze kant is ook later ontstaan dan de vruchtbare zijde door deze uitbarstingen. De laatste reden heeft te maken met de hoge pieken aan de groene zijde. In de verte konden we de besneeuwde toppen al zien en zag ik zelfs een gletsjer de berg af komen. De regen en het smeltwater van deze pieken heeft dus ook bijgedragen aan het uitslijten van de Canyon.
Net zoals bij de Ciudad Perdida is er in de avond weinig kracht meer over bij iedereen. Ik spring bij aankomst nog wel even in het zwembad en samen drinken we een biertje en rum cola (waar je na zo een vermoeiende dag meteen teut van wordt). Hierna duiken we echter snel ons bed in want morgen wordt een zware dag.

Dag twee en dit is de dag waar iedereen voor vreest. We worden wakker aan de voet van de rivier op het diepste punt van de canyon. De wekker gaat om 4:15 en we gaan in drie uur tijd proberen om 1300 meter omhoog te klimmen naar de 3400 meter. De twee langzaamste backpackers van gister houden het al voor gezien en huren een ezel. Helaas voor mij want ik vind het heerlijk om er zeker van te zijn dat ik niet de langzaamste ben. Iets wat tot nu toe nog niet is voorgekomen maar eens zal de eerste keer zijn. We beginnen vol goede moed. Het is koud en we moeten eerst maar naar boven zien te komen voordat we mogen ontbijten. We gaan dus maar en hoe kan het ook anders, we zijn weer een van de snelste. We stappen vanaf het begin al goed door in het donker en halen groep na groep in. Het eerste uur zien we amper iets, langzaam wordt de lucht niet pikzwart maar donker grijs en kunnen we de contouren van de canyon zien. Boven maar vooral onder ons zien we lange lijnen van hoofdlampjes van mensen die net zoals ons aan het ploeteren zijn. Het is fris en de lucht is droog dus al teveel zweten doen we niet, gelukkig. We kijken naar boven, denken het eindpunt te zien maar het is een illusie. We kunnen wel genieten gelukkig want het is zwaar maar mooi. Het wordt lichter. We zien de rivier diep in het dal stromen en kijken kilometers ver door de canyon. Ik voel plotseling een steek in mijn buik en kan niet anders dan een plekje op te zoeken. Echte toiletten zijn hier natuurlijk niet maar toilet papier hebben we genoeg. We hebben nu geluk dat we zo snel zijn, want ik hoef niet bang te zijn dat iemand mij in deze gênante positie zal spotten. Ik heb alleen even geen rekening gehouden met Vick want midden in mijn proces begint Vick een fotoshoot te maken. Ik begrijp haar wel want dit is een van de mooiste plekken ter wereld om even te gaan zitten en een krantje te lezen. Die tijd heb ik echter niet en wil ik ook niet. Opgelucht sta ik weer op en precies op dat moment komen twee Fransen al zwaaiend om de hoek. Ze hebben niets door gelukkig. We stappen weer verder en kunnen weer optimaal genieten van de omgeving. Het lijkt niet ver meer en dat is het ook niet. We lopen zigzaggend de berg op en na bocht nummer driehonderdvijf hoeven we nog maar een paar meter. We horen al de stemmen van mensen dus we weten het nu zeker, we zijn er! Ik ben de tweede man en Vick de eerste vrouw van een groep van meer dan 60 mensen. Wat een toptijd ook trouwens, als locals ons vragen naar de tijd en ik zeg 1 uur en 55 minuten zie je de verbazing in de ogen. Wat kunnen we toch trots zijn op onze benen. Vick en ik moeten lachen. We hebben eindelijk iets gevonden waar we beide rete goed in zijn, maar we houden beide niet bepaald van het kapot gaan.
Op de weg terug stoppen we nog langs een paar dorpjes en uitzichtpunten om lama’s te bekijken en de terrassen te bewonderen. We zagen ze al op de heenweg, die terrassen, maar nu we de uitleg erbij krijgen dringt het pas echt door. We kijken door de vallei en het lijkt bijna op de rijstvelden in Bali, minus de rijst dan. Onze gids verteld dat deze terrassen al stammen van voor de Inca’s, dit wil zeggen dat ze dus al meer dan 1400 jaar oud zijn. Het is een van de beste erfenissen die de Inca’s konden geven aan de moderne samenleving, want tot op de dag van vandaag is de Colca Canyon nog steeds een van de meest productieve regio’s van Peru. We stoppen vervolgens nog even bij wat hotsprings om de benen te verwennen. Als we onze rit daarna vervolgen terug naar Arequipa halen we een oplegger in met daarop eenzelfde toeristenbusje als die van ons. De bus is aan alle kanten in elkaar gedeukt en al snel concluderen we met zijn allen dat dit busje zeker de canyon is ingedoken. Ook onze buschauffeur heeft het volgens mij door want we rijden een stuk rustiger. Terug in het hostel blijken we gelijk te krijgen. Op precies dezelfde weg als waar wij hebben gereden maar dan een dag eerder, is een busje met toeristen meters diep een ravijn ingereden. Met twee doden tot gevolg. Het is een mineur op de tour die wij net hebben afgelegd maar we zetten het snel van ons af. Het was namelijk een geweldige tour en wederom hebben Vick en ik bewezen dat we tot een van de snellere hikers behoren, welke trek we ook doen.

CUSCO
We arriveren vroeg in de ochtend in Cusco, de oude Inca hoofdstad, na weer een nachtbus van 10 uur. Ik heb het onderhand wel gehad met die nachtbussen, want slapen doe ik er niet in en ik word ook nog eens verkouden van die airco. Tel daar ook nog eens bij op dat de spierpijn van de Colca Canyon nu toch wel echt te voelen is en je hebt een Mark die niet echt lekker in z’n vel zit. Het is gelukkig alleen fysiek ongemak en ik heb er nog wel zin in. We besluiten er een rustige dag van te maken en een paar belangrijke dingen te doen. Allereerst boeken we meteen twee tours. Eentje voor de volgende dag en de tweede voor over twee dagen naar Machu Picchu. Hoe blij we hier ook mee zijn ben ik gek genoeg nóg gelukkiger met mijn backpack die nu dertien nieuwe vlaggetjes telt door de lieve naaister die naast ons hostel haar kleine werkplaatsje heeft.

Dag twee in Cusco en we verlaten de stad alweer om op een dag tour te gaan. S’ochtends vroeg haalt Ivan onze gids ons op om langs de Morey terrassen en Salinas de Maras te gaan. Beide zijn terrassen maar ze zijn totaal verschillend van elkaar. De enige overeenkomst is dat ze beide stammen uit de Inca periode en dit is natuurlijk zeker iets om te bezoeken nu we toch in Cusco zijn. Ivan is een geweldige gids, hij is een archeoloog van beroep en heeft dit van zijn vader meegekregen die decaan van de universiteit van Cusco was. Hij verteld dan ook ronduit in de bus naar Morey over de Inca’s en ik had niet verwacht al in de bus versteld te staan van deze beschaving. Ivan legt namelijk al snel de relatie tussen de Egyptenaren en de Inca’s en het blijkt dat er bijna meer overeenkomsten dan verschillen zijn. Zo zijn er overeenkomsten in de bouwwerken. Tempels van beide beschavingen hebben altijd drie deuren waarvan twee kleine en een grote in een trapeze vorm. Boten hebben bijna precies dezelfde vorm en ook de Inca’s waren dol op het maken van piramides. Nu kan dit allemaal toeval zijn maar dan komt Ivan pas echt op dreef. Hij begint over de religies van beide groepen en al snel zien we foto’s waarop maskers op precies dezelfde plek heilige dieren hebben staan. Ook waren ze het er beide over eens dat de zon een God was en zitten er akelige overeenkomsten tussen de afbeeldingen van beide zonnegoden. We gaan nog even door want zelfs de God van de dood, Ibis voor de Egyptenaren, wordt afgebeeld met een zon en twee leeuwen die met de rug naar de zon toe staan. En wat hebben de Inca’s? Precies hetzelfde, alleen gebruiken ze poema’s in plaats van leeuwen want die bestonden niet in Latijns Amerika. We sluiten af met de god Amon Ra, een persoon met twee slangen in beide handen en hoe kan het ook anders. Ook de Inca’s hebben een God die ook twee slangen vast houdt. Een conclusie? Er zijn eigenlijk maar drie opties. Optie een, de Egyptenaren zijn naar Peru gekomen en zijn in de jaren veranderd naar Inca’s. Ze hadden duizenden jaren voorsprong dus waarom niet. Ivan geloofd hier echter niet in want de Inca’s kenden geen geschrift, iets waar de Egyptenaren wel dol op waren. Optie twee en mijn persoonlijke favoriet. Het zijn aliens geweest die beide beschavingen hebben bezocht en het zijn dus deze aliens die de goden zijn. Een stukje plausibeler want denk nog even terug aan de alien van de Nasca lijnen. Dan, optie drie. Beide groepen stammen af van een moeder beschaving, nog ver voor de Egyptenaren, die helaas door de tijd is uitgewist en waarschijnlijk ook nooit meer gevonden kan worden. Het zal deze optie wel zijn, maar archeologen zijn nog ver verwijderd om deze optie te bevestigen of ontkrachten.
Hoe leuk ik het ook vind om hierover door te gaan ratelt Ivan maar door en hij focust zich nu helemaal op de Inca’s. Hij verteld over de Pachamama, moeder aarde, en wat voor een invloed dit heeft op de Inca’s. Hij haalt de film Avatar aan en gelooft heilig in het bestaan van een opperwezen wat zich verschuilt in de aarde. Hij verteld over zijn vader die overleed in 2015 zoekend naar bewijs van Pachamama. Ivan geloofd dat zijn vader in contact is gekomen met Pachamama en gaat ons bewijzen dat ze daadwerkelijk bestaat. Sta er nu even bij stil, het is amper negen uur geweest, ik wrijf het slaap nog uit m’n ogen en we moeten nog beginnen met de echte tour.
Het verhaal van Ivan wordt nog bizarrer en hoewel ik niet helemaal geloof in het bestaan van moeder aarde, geloof ik best dat de Inca’s hier overtuigd van waren. Ik heb ook geen keus ditmaal want nu bewijzen de terrassen Ivans gelijk. Wat blijkt nu, de terrassen van Morey zijn zeer speciaal. Ze zijn kleiner en op het eerste oog minder indrukwekkend dan de terrassen in de Colca Canyon. Maar als Ivan het doel van de terrassen uit legt en de vorm verduidelijkt, wordt het pas echt indrukwekkend. De terrassen van Morey hadden als doel om zaden die uit te jungle kwamen te ontwikkelen tot sterkere gewassen, genetische modificatie noemen we dat nu. Mede dankzij de terrassen van Morey bestaan er nu bijna meer dan 5000 soorten aardappelen. En nu komt het, de vorm. De terrassen zijn gevormd naar de baarmoeder van Pachamama en het geslachtsdeel van een man. Sterke verhalen? Nee hoor, want de gelijkenis is echt niet te ontkennen. Denk aan de baarmoeder in de vorm van een peer. Denk aan de piemel in de vorm van, ja nou, in de vorm van een piemel met iets te grote en perfect ronde ballen. De Inca’s plantten de zaden als eerste in ronde terrassen die de ballen van een man moesten voorstellen. Na maanden van telen bleven alleen de sterkste zaden over, die vervolgens langs de penis terrassen werden geplant. Weer enkele maanden later, weer een evolutie in gewassen verder, konden de zaden dan eindelijk in de baarmoeder van Pachamama worden geplaatst. Uiteindelijk bleven alleen de sterkste gewassen over die vervolgens door heel het Inca rijk werden verspreid. Het klinkt bizar en dat is het ook, maar de terrassen van Morey stonden centraal in het Inca rijk en als wij er nu rond lopen ben je deels geshockt maar ook zeker onder de indruk.

We rijden door naar plek twee en deze plek is ook indrukwekkend maar gelukkig iets minder controversieel. Salinas de Maras zijn zout terrassen midden in de Andes. Ivan begint weer met zijn historische les en legt uit dat miljoenen jaren geleden hier de zee was. Door platentektoniek ontstond het Andes gebergte en werd de zee opgetild en deels bedolven en ontstonden er grote zout afzettingen onder de bergen. Een kleine ondergrondse rivier neemt als duizenden jaren het zout mee en de Inca’s zagen hier potentieel in. Ze kerfden de terrassen van Maras uit in de berg en lieten ze vol lopen met het zoute water. Tot op de dag van vandaag, ongeveer 1500 jaar later, liggen de zout terrassen er nog steeds hetzelfde bij en is de techniek om het zout te delven niet veranderd. We lopen met ontzag door de steile velden. Een vrouw van 81 op kaplaarzen loopt naar haar eigen terras en gaat even zitten om op adem te komen. Ze glimlacht en wuift naar ons. We lopen door de terrassen naar haar toe en proberen ondertussen niet in het water te vallen. De wind giert langs ons heen en ik moet moeite doen om mijn balans te houden. We maken een foto van haar en laten zien dat we het geweldig vinden om bij haar stukje zoutmijn te staan. Niet veel later moeten we weer terug naar Cusco. Dit was zeker een van de meest leerzame dagen en het is een goed opwarmertje gebleken voor de echte trek waar we al maanden naar uitkijken, de trek naar Machu Picchu.

MACHU PICCHU
Deze plek verdient zijn eigen stuk in deze blog want wie kent deze stad nu niet. We doen een vierdaagse tour vol activiteiten. We hebben namelijk geen zin om weer iedere dag om 5 uur op te staan om te gaan lopen. We doen het nu rustiger aan. Op dag een gaan we mountainbiken en raften, dag twee is 22 kilometer hiken, dag drie is ziplinen en 2,5 uur lopen en dag vier is dé dag van Machu Picchu. Onze bus haalt ons vroeg op en meteen zijn we blij met het gezelschap. Op de Fransman Yuri en de Duitser Felix na, is iedereen Engelstalig. De Britten zijn in de meerderheid. Steff kennen we al van het toeristen kantoor en ze heeft Robin en Sasha, Cari en Georgia meegenomen. Al meteen hebben we contact en het duurt niet lang voordat ik mijn fles rum tevoorschijn haal en Sacha met een schaterlach de zijne pakt. Mooi, we zitten dus al meteen op een lijn. We rijden door met de bus en halen een andere groep op, de Britten herkennen ze meteen en zeggen dat dit de gekke Australiërs zijn van een stad eerder. Mat, Todd, Carl en Harry stappen de bus in en je voelt het meteen, dit wordt een leuke groep.

We rijden naar 4400 meter hoogte. We rijden door de bergen, een deken van mist ligt in het dal en de zon doet moeite om er doorheen te breken. Besneeuwde pieken steken door het wolkendek. Meisjes in uniform staan langs de kant van de weg in het gras met ochtend dauw te wachten op de schoolbus. Lama’s en alpaca’s staan aan de ketting te grazen in het gras. Vrouwen in traditionele kledij dragen de koopwaar op hun rug en wachten op de bus die ze naar de lokale markt brengt. Dit is het echte Peru.
We stoppen naast de weg op 4100 meter hoogte om te gaan mountainbiken. Het is mistig en koud. Zacht drupt de regen op mijn helm terwijl ik de scheenbescherming en body protector om doe. De mountainbike veert goed maar heeft geen spatborden en de weg is nat. Ik zal eerlijk zijn, al binnen vijf minuten van de 2,5 uur in totaal heb ik het al gehad. Het water van mijn achterwiel loopt via mijn natte rug mijn onderbroek in. We rijden over een eenbaansweg langs de berg naar beneden. Bocht na bocht zien we prachtige natuur maar man wat is het koud. De omgeving is groen en om de zoveel bochten loopt er een rivier over de weg. Ook al is het na een tijd gestopt met regenen, iedere keer als we weer een rivier moeten doorkruisen zijn we kletsnat. En ik heb maar één paar schoenen mee... Als we beneden zijn kunnen de mannen zich omkleden met een handdoekje langs de weg, de vrouwen hebben een toilet. Snel koop ik toiletpapier om mijn schoenen te drogen maar het heeft geen zin. We rijden een half uur verder en gaan lunchen. Een warm bord soep met natuurlijk een hoofdgerecht met rijst. Iedereen wordt langzaam warm en we kunnen allemaal wel weer lachen.
Niet iedereen heeft even veel zin om na de lunch te gaan raften. We zitten nu op 2100 meter maar het is nog steeds koud. Ook al hebben we weer schone en droge kleren aan, dan nog wil iedereen een warme douche hebben. Toch gaan we en ik ben blij met deze beslissing. We rijden naar het vertrekpunt en doen de aussies, Australiërs, tegen de Engelsen en Hollanders. Al vanaf stroomversnelling één knalt Robin met haar peddel tegen Sacha’s gezicht en start hij met bloeden. Toch hebben we dolle pret, de gids schreeuwt zijn commando’s en Steffie maakt foto’s. Het is gelukkig totaal niet koud, bloedheet zelfs want de zon breekt langzaam door en de gids laat ons hard werken.
Als we naar een paar uur weer terug in het hostel zijn begint de avond pas net. Voor het eerst in mijn hostel leven hebben we een sauna. Een rond van stro opgetrokken hutje met een plastic deur. We stappen naar binnen boem de vochtigheid en hitte in. Als je gaat staan slaat de warmte als een natte handdoek in je gezicht. Eindelijk warmte denkt iedereen en met een koud biertje genieten we van het gezelschap. De baas van het hotel houdt de kachel aan in de vorm van een olievat en goot er steeds water tegen aan. Als iedereen gedoucht heeft begint de echte pret pas eigenlijk. Vick, ik en de Engelsen hebben dus die rum meegenomen en allen willen we de fles niet meenemen op de hike van morgen. Er is maar een optie dus en dat is opdrinken. De Aussies drinken ondertussen de koelkast leeg en nog voordat we gaan eten is de rum op en zwalken we richting het restaurant. Vick en ik moeten lachen, we zijn altijd zo serieus geweest met dat hiken. Vroeg naar bed, geen gezuip de dag ervoor en lopen totdat we er bij neervallen. Nu is alles even anders en onze gids Jimmy heeft ondertussen wel door in wat voor staat wij verkeren en doet er een schepje bovenop. Shot na shot krijgen we voor ons neus en het wordt gezelliger en gezelliger. Na het diner kruipen we weer half terug naar het hostel. Het is nog belachelijk vroeg maar toch gaat om 6:15 uur de wekker alweer dus het is mooi geweest. Laat de kater beginnen.

Zoals ik al had voorspeld heb ik een kater. Man wat heb ik hier een hekel aan. Maar toch, ik heb er zelf voor gekozen. Vanaf het moment dat ik dat flesje rum eergisteren in de supermarkt zag staan drong het tot ons door. We hebben nog geen één hike gezopen of drank meegenomen de jungle in of berg op. Dus waarom nu niet? Het is immers de laatste trek en dan ook nog een ‘makkelijke’. Nu niet meerdere dagen 22 kilometer of meer lopen maar in de komende vier dagen staat alleen vandaag in het teken van lopen. Precies nu ik een kater heb. Shit.
Ik probeer iedereen nog te porren voor een taxi om het eerste uur niet te hoeven lopen maar Felix de Duitser is als enige tegen. Hij heeft ook groot gelijk dus laten we maar gaan. De omgeving is wederom prachtig maar het is een zware dag. Niet door de kater of om het lopen zelf, want we hebben eerst een vlak uur, gaan twee uur rustig omhoog en daarna drie uur kalm naar beneden. Het is de vochtigheid en de zon. Binnen vijf minuten zweet iedereen als een paard en de zon schijnt vol op ons achterhoofd. We volgen de woeste rivier de Urubamba en om de zoveel tijd stoppen we voor een stuk fruit, water of gewoon om te genieten van het uitzicht. Wat deze keer het unieke was aan de trek is wel het lopen langs een klif op tientallen meters hoogte. Het pad is nog geen meter breed, de bergwand helt over richting mijn gezicht. Ik ben lichtelijk bezocht dat ik met mijn schouder de rand raak en naar links word geworpen het ravijn en de rivier in. Toch hebben we lol want de kater is inmiddels al verdwenen en heel de groep klikt. Eindelijk zijn we nu een keer op een hike met bijna alleen maar Engels-sprekenden. Nu geen deel groepjes binnen het geheel maar continu gesprekken waarin iedereen kan inhaken. Iedereen stapt ook lekker door, er zit niemand tussen die het tempo helemaal niet aan kan al zijn Vick en ik nog steeds een van diegene die het tempo bepalen.
Binnen zes uur hebben we de 22 kilometer van vandaag gedaan en we zijn allen opgelucht. We stoppen bij wat hotsprings om de spieren te laten ontspannen en energie bij te tanken. De eerste beginnen al aan het bier en het zet meteen de toon. Toch niet weer he. Ik vond één avond drinken tijdens een trek wel genoeg maar nu zegt Jimmy de gids zelfs dat we nu moeten drinken. Morgen hoeven we alleen te ziplinen en 2,5 uur te lopen dus we moeten nu wel. En ja hoor, ik ben zo zwak en verslaafd aan gezelligheid dat ook ik, en Vick net zo goed, beginnen te drinken. Het happyhour bij het restaurant met 4 veel te sterke mixdrankjes voor 5€ helpt iedereen enorm om in dezelfde sfeer te komen als de avond daarvoor. Nu hebben we alleen geen woonkamer om uit te buiken en het gedrink voort te zetten. Dus waar doen we het dan? Juist, we proppen onszelf in de slaapkamer van Steff en Cari met alle zeventien mensen. Lekker warm en bedrukt, een paar roken er en sigaret en een groene sigaret passeert iedereen. Vick en ik kijken elkaar aan, wat is dit voor een geweldige groep. Nog nooit hebben we een trek gedaan waarbij iedereen binnen 48 uur het zo goed met elkaar kan vinden. Lach na lach en opmerking na opmerking verbroederd iedereen en willen we dat er nooit een eind aan de avond komt. Toch moeten we wel dus laten we verstandig zijn en ons bed in strompelen.

Dag 3. Zoals ik eigenlijk zei een makkelijke dag met ziplinen en een paar uurtjes hiken. Iedereen ontmoet elkaar in de ochtend aan de eettafel, de katers vallen bij iedereen wel mee maar de eerste slachtoffers zijn ook al gevallen. Twee lopen er rond met een gevalletje kinkhoest, een heeft er een ontstoken oog en een ander kan zijn bed niet eens verlaten. Gehavend vertrekken we naar de ziplines en net zoals in Nicaragua zoeven we in apen en superman houdingen naar beneden. Het laatste deel is echter het leukst. Een hangbrug van meer dan honderd meter lang. Er zijn dunne latjes om de 50 centimeter om op te lopen en twee smalle staalkabels om je karabijn haken aan vast te maken. Hier wordt het pas echt duidelijk wie er hoogtevrees hebben, want we slingeren hoog boven de bomen. Enkele durven niet eens te lopen maar ze moeten wel. Ze zijn een prooi voor mensen zoals Vick, Sacha en ik want we leunen van links naar rechts en zwiepen op en neer. Vrouwen krijsen van angst en mannen worden muis stil. Wat heerlijk om anderen te plagen met hun angsten.
Nu rest ons nog alleen de laatste hike van 2,5 uur na de lunch. Iedereen heeft het wel gehad met het lopen dus we sjokken rustig door. Het bier en de rum van de afgelopen dagen beginnen nu toch wel hun tol te eisen want de trek zelf is zo zwaar nog niet. We lopen tien kilometer langs de treinrails die de luie of rijke toeristen naar de voet van de Machu Picchu berg brengen. Als we dan eindelijk bij het stadje aankomen schrik ik eigenlijk van de grootte en drukte. De afgelopen dagen kwamen we door kleine en kalme stadjes en nu staan we ineens in een dorp wat zo naast Lloret zou kunnen bestaan. Luxe hotels, smalle bergstraatjes met restaurantjes, winkels en overal is het happy hour. We moeten morgen alleen om 3:45 uur beneden in het hotel zijn dus een lange avond maken we er niet van. We gaan voor de laatste keer samen avond eten maar daarna duikt iedereen hun bed in.

Dag 4, match day. Daar sta ik dan, het is inmiddels 3:52 en we gaan beginnen aan de wandeling naar Machu Picchu. Eerst lopen we 30 minuten naar de brug om het park te betreden. Dan beginnen we aan de 1700 treden omhoog. 39 minuten later staan we op de top. Ik heb nog nooit zoveel gezweet, het zijn geen druppels meer die langs mijn gezicht rollen maar een constante stroom. Maar eindelijk, na drie dagen lopen, fietsen en bussen hebben we het allemaal gehaald. Het is het waard, want eindelijk hebben we het geluk dat we dit wereldwonder mogen aanschouwen.
Het is regenachtig en mistig vandaag, precies wat je niet wilt hebben als je een site als dit bezoekt. Hoog in de bergen, voor het eerst kijken we op bergtoppen neer in plaats van dat we er tegenop kijken. We lopen het terrein op en meteen sta je tussen de ruïnes. We lopen een stukje Inca trail, een wegen netwerk van oorspronkelijk 20.000 kilometer lang. We lopen naar de top en langzaam breekt even de zon door, de wolken lijken speciaal voor ons even weg te trekken zodat wij een foto kunnen nemen. De stad doemt op voor onze neus. Vanaf de agrarische terrassen kijken we neer op de stad, wat een aanzicht. Onze gids verteld dat er waarschijnlijk maar 300 tot 1000 Inca’s hier woonden, afhangende van het weer in Cusco. Hieronder worden ook de boeren en arbeiders geteld die zo hun belasting betaalden. De voornamelijke bewoners waren echter de belangrijkste Inca’s. Koningen, hertogen en religieuze figuren. We dalen nu af en gaan de citadel in, de stad is vrij smal, nog geen 100 meter breed. Links kan je meteen 500 meter naar beneden vallen en rechts zie je de rivier de Urubamba stromen in de vallei. De stad zelf lijkt op een doolhof, straten met trappen en huizen met meerdere verdiepingen. Interessant om te zien dat de huizen van arbeiders gemaakt zijn van onbewerkte stenen met cement, terwijl de huizen van de belangrijke figuren zijn gemaakt van grote vierkante stenen die zonder cement precies in elkaar passen. Het lijkt op een onmogelijke taak om alles zo precies te laten passen want er past echt geen speld tussen. De laatste manier van bouwen is alleen voor de tempels gereserveerd. Nu zijn de blokken nóg groter, groter dan mijzelf en zijn ze helemaal glad gepolijst. We lopen binnen twee uur door heel de stad heen. Het lijkt apart dat je na vier dagen reizen eindelijk bij een wereldwonder aankomt en dan alweer na twee uur vertrekt. De stad is alleen veel kleiner dan je denkt en vele malen minder gedetailleerd dan de steden van bijvoorbeeld Chichen Itza of Tikal. Geen muurschilderingen of geschriften. Je merkt dus ook wel dat gidsen nog weinig specifieke kennis hebben over Machu Picchu. Vragen over waar de offers plaats vonden of waarom de stad juist hier werd gebouwd blijven onbeantwoord. Het behoud wel de mysterie rondom deze plek en ik hoop dat archeologen nog veel meer komen te weten over de Inca’s, al lijkt het een onbegonnen taak.
De terugweg is vrij simpel, precies wat we nodig hebben want we kunnen niet wachten op de bus. Wel nemen we eerst nog even de tijd voor het eten wat we ditmaal zelf mogen kiezen. Nu geen rijst meer want in de afgelopen week hebben we voor lunch en diner bijna alleen maar rijst gehad. Nee nee, iedereen besteld en masse hamburgers. En niet een, nee joh meteen twee en sommigen wel drie.

CUSCO
Als we weer terug zijn in Cusco zorgen we dat heel de groep in dezelfde straat slaapt. Niemand heeft echt behoefte aan nog meer cultuur en al helemaal niet in actieve tochten. We spenderen onze laatste twee dagen dan ook met uitslapen, wat afleveringen Netflix en een massage voor nog geen vijf euro. De avonden zijn echter we nog gereserveerd voor de groep, want zowel met de Britten als de Australiërs hebben we een geweldige klik. Samen bieren, een potje pool of gewoon bankhangen, alles is gemoedelijk en zorgt ervoor dat we met verdriet afscheid moeten nemen van iedereen. Ze gaan namelijk allemaal naar het noorden en dat terwijl Vick en ik nu bijna klaar zijn met Peru en nog twee weken hebben voordat we naar Aruba ‘moeten’. Nog één laatste knuffel en handdruk en dan zijn we weg, door naar Puno en Lake Titikaka.

PUNO
Het drong al door toen we in de Colca canyon waren en eigenlijk zelfs al toen we door de Andes in Ecuador reden. Maar nu op weg naar Puno moet ik het noteren, de Andes geeft leven. Ik dacht altijd dat bergen bijdroegen aan een inefficiënt land. Infrastructuur kost meer, afstanden worden groter en het is ruimte verlies. Maar als je dan de dorre woestijn achtige vlaktes van Peru ziet en deze vergelijkt met de groene, vruchtbare gebieden in de Andes, is het wel duidelijk. De Andes geeft leven. Wat ook leven geeft is Lake Titikaka. Met zijn 3800 meter het hoogst bevaren meer ter wereld. Extra speciaal is dat het een zout water meer is. We verblijven in Puno, een redelijk grote stad, in een klein hotel op de hoofdstraat. We zien ook niets anders dan deze straat want met meer dan tien pizzeria’s en nog meer souvenirs winkels hebben we genoeg te doen. We kopen een aantal truien en andere goedkope souvenirs maar genieten bovenal van de rust. We zijn weer even met zijn tweeën. Geen bovenmatig alcohol gebruik en gezellige drukke gesprekken in de bar tot s’ochtends vroeg. We halen een pizza en nemen het mee naar ons hotel. Onder dikke dekens kijken we een film en duiken we lekker om 23 uur onder de dekens om klaar te zijn voor morgen.

Onze laatste dag in Peru. We gaan vandaag in de ochtend naar het eiland Uros. Het is een verzamelnaam voor de drijvende eilanden van de Ureños stam die deze eilanden meer dan 500 jaar geleden hebben gemaakt om aan de Inca’s en daarna Spanjaarden te ontsnappen. Vindingrijk zijn ze zeker, want alles is gemaakt van het riet wat in Lake Titikaka groeit. Niet alleen wordt het riet gebruikt om de drijvende eilanden te maken. Het riet zorgt voor eten, er worden huizen en parasols van gemaakt en zelfs de boten zijn gemaakt van bundels riet. We weten dat het gezien wordt als een toeristische val maar geven er niets om. Lekker in een huisje kijken van twee bij drie met een toegangsdeur van amper 1.40 meter, waar ze met zijn vieren wonen. Als iemand voorbij rent voel je de grond inzakken en ook ik moet goed opletten waar ik mijn voeten neer zet want zet een stap verkeerd en je neemt een duik.
We kregen waar we voor kwamen, een toeristische val maar dan wel een op een drijvend eiland en dit hadden we gewoon nog nooit gedaan. Het was een leuke trip van drie uur en meteen de afsluiting van Peru. Bij terugkomst in het hotel pakken we meteen een taxi en vertrekken we naar de bus die ons binnen drie uur naar de zuidkant van het meer brengt, Copacabana in Bolivia.

DE EERSTE KEER
Je bent voorbij gevlogen. In kan het ontbijt van Giancarlo’s moeder nog ruiken maar het is alweer bijna drie weken geleden. Peru heeft ons niet verrast zoals Ecuador maar dat was wel te verwachten. We keken namelijk al zo lang uit naar dit land maar als het aan ons ligt heeft het alle verwachtingen waargemaakt. De miljoenenstad van Lima was geweldig door Giancarlo en zijn vrienden en in Huacachina zaten we voor het eerst in ons leven in een stereotype woestijn. Hoewel Arequipa mij niet zoveel deed, heeft de Colca canyon dit meer dan dik in orde gemaakt. Weer zagen we voor het eerst in ons leven iets wat we totaal niet zagen aankomen. Cusco is vooral gemaakt door de jungle trek naar Machu Picchu, en hoe kan het ook anders, ook hier deden we dingen voor het eerst deze trip. Het maakt Peru zeker een van de top landen want het is best speciaal als je na zes maanden reizen door tien landen nog steeds iedere week weer overdonderd bent door wat je ziet. Ik ben er dan ook meer en meer tevreden mee dat we de trip zo hebben gepland. Peru je wordt bedankt, je hebt ons ongelofelijke natuur laten zien en prachtige mensen leren kennen die we zeker nog een keer gaan zien.

  • 13 Mei 2018 - 09:56

    Ine:

    Mark, wat moet ik nu nog zeggen. Elk verhaal is meelevend, super interessant en ik voel de beleving die je omschrijft. Weer een ongelofelijk mooi verhaal ditmaal over Peru. X

  • 18 Mei 2018 - 07:46

    Pascal:

    Erg mooi verhaal! En dan die lieve, snoezige, zachte cavia’s.......

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Peru, Lima

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

10 Mei 2018

Bolivia

01 Mei 2018

Peru

26 Maart 2018

Colombia 2

25 Maart 2018

Colombia 1

21 Februari 2018

Panama
Mark

Actief sinds 16 Nov. 2017
Verslag gelezen: 628
Totaal aantal bezoekers 15444

Voorgaande reizen:

16 November 2017 - 31 December 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: