Guatemaya - Reisverslag uit Antigua, Guatemala van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu Guatemaya - Reisverslag uit Antigua, Guatemala van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu

Guatemaya

Door: Mark van Helvoort

Blijf op de hoogte en volg Mark

23 December 2017 | Guatemala, Antigua

Binnen een maand zijn we al in land drie, Guatemala. We blijven we hier wel wat langer dan een week want er is genoeg te zien. We hebben uiteindelijk vier stops gemaakt op de weg naar El Salvador. Dit waren er oorspronkelijk zes, met Rio Dulce en Livingston erbij, maar je hoort nog eens wat van andere backpackers en we hadden het er niet voor over om nog eens twee busritten van acht uur uit te zitten.
We beginnen onze reis in Flores om de Maya site Tikal te bezoeken. Geroemd als mooiste Maya site in de regio. Plek nummer twee, Semuk Champey, stond oorspronkelijk niet eens op de planning maar wederom hebben we ons door andere reizigers laten beïnvloeden. Ook al vinden wij namelijk dat we net iets te snel reizen, we willen in Nicaragua zijn met nieuwjaar, komen we steeds weer dezelfde mensen tegen die net wat sneller zijn. Super handig want de app Tripadvisor of onze Lonely Planet voor alle tips en weetjes zijn amper nodig.
We vervolgen onze weg naar backpack hotspot Antigua onder de rook en geweerschoten van Guatemala City om vervolgens af te reizen naar Lake Atitlán.

ENTRADA
De busrit en entree vanuit Belize naar Guatemala was nog simpeler dan naar België om te tanken. We verwachtte een lange rij voor de Immigation Office maar er stonden meer taxi chauffeurs en geld wisselaars met een dik pak Guatemalteekse Quetzals, dan dat er mensen de grens over wilden steken. Binnen tien minuten stonden we dan ook aan de andere kant van de rivier.
Op het eerste blik lijkt Guatemala weinig te verschillen van Belize. De mensen hebben dan wel een iets lichtere huidskleur en het landschap is iets bergachtiger maar daar houden de verschillen wel op. De huizen zijn nog steeds vaak half afgeschilderd, de honden lopen in grote getallen langs de weg en overal doemen dezelfde katholieke kerkjes en scholen op.

FLORES
Flores heeft een prachtige ligging. Het is een dorpje zo groot als het eilandje zelf. Omgeven door een groot meer tussen twee nog grotere bergkammen. Je loopt er binnen vijftien minuten omheen en ontmoet voornamelijk vriendelijke locals waarbij vooral de dames half giechelen als je ze gedag zegt. De huisjes hebben pasteltinten en zelden is een gebouw hoger dan twee verdiepingen.
Het eilandje is een heuvel waarbij op de top een basketbalveldje, miniparkje vol met bankjes en een kathedraal staat die er helaas een stuk meer verwaarloosd bij ligt dan je zou willen. Ik denk dat in de tijd van de Spanjaarden de kerk zijn laatste lik verf heeft gehad.
Die avond vinden we iets langs de boulevard waar we eigenlijk al weken naar op zoek zijn. Een night food market! Met glunderende blik kijken we elkaar aan en het duurt niet lang voordat ons plastic bakje vol ligt met vette happen en we ook nog een zwart zakje met take-away chocolade en ananas taart voor de volgende dag hebben bemachtigd.

Een veel te vroege 4 december. PIEP PIEP RENG RENGG!! Godverdomme daar gaat die wekker. Heel de slaapzaal wakker en het is amper 4:00 uur geweest. Het is tijd voor onze Maya site nummer drie en van wat we hebben gehoord een van de betere. Wederom gaan we voor de drukte uit maar daarvoor moeten we wel al om 6 uur voor de ingang staan en dat terwijl het anderhalf uur rijden is. Nu ben ik geen vroege vogel maar met een paar mooie Maya tempels en piramides (er is echt een verschil tussen de twee) in het vooruitzicht, kan ik me er wel toe zetten om me uit mijn drie verdiepingen tellende stapelbed te laten vallen.
Wachtend op de bus die ons komt ophalen nemen we meteen nog een ander fenomeen mee, de super-moon. Net op het moment dat de maan het dichtst bij de aarde staat is het eindelijk een keer onbewolkt en alsof onze karma helemaal niet op kan, steekt de maan ook nog eens net boven ons kleurige hostel uit. Foto moment één is een feit en het is inmiddels nog geen 4:30.
We staan als eerste in de rij voor de ingang. Twee minuten later is de rij al gegroeid tot 50 man. Lichtelijk geïrriteerd en het slaap uit de ogen wrijvend staan ze daar op een rijtje terwijl ik verder loop. Goed begin. We worden verwelkomd door een tour-guide en ook al doen Vick en ik hier eigenlijk niet aan, afluisteren gaat ons prima af, is Tikal zo groot dat we eigenlijk geen keus hebben. Het bleek een verstandige keus want Nathaniel is één brok kennis.
Het begint bij locatie Q, de dual piramides. Een staat er op het oosten en een op het westen. In het noorden een 'kerk' of altaar voor de dertien goden van de boven-wereld en in het zuiden een altaar met negen deuren voor iedere god uit de onder wereld. Waar deze tempels niet de meest indrukwekkende zijn qua inscripties of grootte. Komen Vicky en ik er hier wel achter wat 1100 jaar aan verlatenheid met een plek doet. Ik maakte jolig een opmerking toen ik door de jungle een compleet begroeide heuvel zag. "Kijk daar hebben we onze eerste piramide!" Bleek dat ook nog eens echt zo te zijn... Door het jungle klimaat groeit hier alles als kool dus na een paar 100 jaar is iedere tempel of gebouw bedolven onder zoveel zand en vegetatie dat er met gemak bomen van meer dan 25 meter hoog op groeien. Het landschap is van oorsprong helemaal vlak dus iedere bult, berg of gleuf betekend dat er iets 'Maya-achtigs' onder zit. Even voor de duidelijkheid, er staan meer dan 4000 struturen in het park die onderdeel uitmaken van meer dan 9000 oudere bouwsels. Ik realiseerde me hier dus wel wat voor een kluif die archeologen er aan hebben om alles uit te graven.
Geld en tijd is een ding waarom maar ongeveer 14% procent van het gebied is bloot gelegd. De andere reden is dat die vegetatie de bedekte structuren voor onbeperkte tijd zal kunnen beschermen tegen mens en natuur. We kunnen er dus gelukkig zeker van zijn dat we over honderden jaren nog steeds van Tikal mogen genieten.
Waar de Maya's van Chichen Itza te maken had met ernstige water schaarste, ze daarom ook experts waren in astronomie om onder andere de regen te voorspellen, hebben de Tikal Maya's hier geen gebrek aan. Grondstoffen zat dus wat ga je dan doen, juist, oorlogje spelen. De Maya's waren dan ook niet geliefd in de regio. Dit heeft als gevolg gehad dat de drie grootste rijken om Tikal heen de stad gedurende 90 jaar hebben ingenomen. Uiteindelijk heeft één Maya uit het noorden gezorgd voor een ommekeer door in zijn eentje af te reizen naar Tikal en de zittende koning te vermoorden. Deels door deze heldendaad is een van de mooiste uitgegraven tempels voor hem gemaakt. Ze noemen hem ook wel de Chocolate-man omdat zijn gevonden geraamte zwart was. De mythe gaat nog verder want hij was met zijn 1.87 meter gigantisch voor de doorsnee Maya. En ja, laat ik nu net precies 1.87 zijn dus de rest van de dag werd ik door de gids en andere toeristen Chocolate-man genoemd. Het was me een eer.
Voordat we doorgaan dan nog een klein weetje. Het viel me op op dat de treden van alle tempels en piramides zo hoog zijn dat zelfs de bovenbenen van deze chocolade-man branden en ik mijn handen ga gebruiken om ze te beklimmen. Waarom deden ze dit als die mayas zulke kleine mensch zijn? De reden is simpel. Tuurlijk moeten die mensen ook de benen hoog optillen en bukken in het proces om die tempel op te komen. Een handige beweging want bovenop die tempel stond vroeger een priester, koning of ander edelman en daarvoor moest toch al gebukt worden. Puur voor de nederigheid dus.
We zijn blij dat we Tikal konden bezoeken. Want tikal ligt midden in de jungle en hoewel Tikal niet zo fotogeniek blijkt te zijn als Chichen Itza, heeft het ons wel meer geraakt. Chichen Itza is grote open plek waar het gras wordt gemaaid en de structuren grotendeels zijn gerestaureerd. Tikal daarentegen ademt meer mysterie en authenticiteit door zijn verborgenheid in de jungle en in de wetenschap dat er nog zo veel meer is.

SEMUK CHAMPEY
We gaan beginnen aan onze eerste echte busrit, want die vijf uur in Belize ging over redelijk gladde wegen. De rit van Flores naar Lanquin, hier slapen we in plaats van Semuk, is alles behalve glad. We zitten in een busje met de knieën omhoog getrokken en blijven zo zitten voor de komende zeven uur. De weg begint soepel maar dan gaan we de bergen in, langzaam slalommen we naar boven en beneden en komen uiteindelijk aan in wat de Lonaly planet noemt, 'de mooiste plek van Guatemala'.
Het blijkt wat wij als enige van onze bus wel voorbereid zijn en een slaapplek hebben geboekt. Wij zijn er van overtuigd een prachtige plek te hebben en nemen een hele sleurhut aan backpackers mee naar onze plek. En wat voor een plek, ons privé hutje met veranda en hangmat heeft een muziek gegenereerd door de Rio Lanquin en kijkt uit over de vallei.

Op 6 december ontmoeten we onze Australische vrienden weer om te gaan tuben. In een traktorband met twee gaten voor het bier, willen we in het lekkere weer de Rio Lanquin afdalen. Alles klopte behalve het lekkere weer. Het is guur en de regen maakt je zeiknat en ijskoud nog voordat we ook maar in de buurt van de rivier zijn. Niemand wil eigenlijk nog gaan maar ja we hebben betaald en verder hebben we toch niks te doen. Het water blijkt nog kouder dan de buitenlucht maar na enkele minuten in het water houden de rillingen op en beginnen we al te schaterlachen om mensen die een tak of rots niet kunnen ontwijken. Ook ik vergeet af en toe de tip om je kont niet te ver in het water te laten zakken want ook mijn billetjes worden zo nu en dan bijna geperforeerd door een steen vlak onder het wateroppervlak. Bezopen zullen we niet worden want het tuben duurt maar een uur maar dan nog was dit een heerlijke eerste dag waarbij zelfs de zon nog door brak om onze blauwe lippen weer op te warmen.

De dag na het tuben gingen we op een tour waarvoor iedere backpacker naar Semuk komt. Om negen uur vertrekken vanuit Lanquin naar Semuc Champey, het natuurpark en place to be in deze regio. We rijden Lanquin uit richting het park, de route leidt ons over bergen die steeds groter worden en wegen die steeds hobbeliger worden. Ik weet het zeker, in sommige gaten in de weg past mijn backpack.
Aangekomen op locatie beginnen we met lopen. De tour bevat een stevige klim van 30 minuten naar de top van een van de bergen. We komen aan bij een prachtige plek wat uitkijkt op het emerald groene water wat beneden in de vallei stroomt. Op dit plekje lijkt de rivier en de natuurlijk gevormde baden een oase van rust.
Terug beneden komt de kracht van het water pas echt goed tot uitdrukking. De vaart waarmee het water de hoek van de berg om komt en het gebulder waarmee het enkele meters van ons vandaan weer naar beneden stort om weer in de berg te verdwijnen. Dit is geen normale rivier. Uniek aan Semuc is dat het water een eigen tunnel heeft gegraven onder de vallei door. Het water wat nog wel bovenlangs kan stromen heeft in de afgelopen honderden jaren diverse baden uitgesneden in het kalksteen waarin wij wel een duik kunnen nemen. Het contrast is indrukwekkend. Boven een serene rust en het heldere maar emerald groene water, onderin de trillingen en het geweld van een rivier die hier al honderden jaren stroomt.
De derde stop gaat langs een grot, waaruit natuurlijk ook weer genoeg water stroomt. Iedereen krijgt een kaars in zijn handen gedrukt en de gids maant ons af te dalen in de grot. We zeggen de laatste warme zonnestralen gedag en duiken het ijskoude water in. We zakken vrij snel tot onze kin in het water en met een hand houden we ons rechtop aan een gespannen touw. Iedereen is licht nerveus en wil zich tot de gids wenden om ons te leiden maar hij lijkt het meest op zijn gemak als hij achter ons blijft. Als een echte survivaler loop ik dan maar samen met Vick voorop. Met de kaars boven mijn hoofd loop ik door de grot als een halve blinde die op tast een spelt aan het zoeken is. Die tien kaarsen verspreid over ons allemaal geven zo weinig licht dat dit een totaal andere ervaring is dan alle andere grotten waarin ik ooit ben geweest. De tocht leid langs verschillende baden, kleine gangen en stalen trappen recht omhoog. Er zijn gaten waar we alleen zijwaarts doorheen kunnen en ondergrondse baden waarin de ruimte tussen het water en het scherpe plafond maar enkele tientallen centimeters is. Dit is iets wat ik ieder mens zonder claustrofobie aan raadt om te doen, je waant je een ontdekker en alleen de gids (die nog steeds achteraan loop) zorgt ervoor dat ik me nog enigszins op mijn gemak voel.

Op 8 december hebben we de bilspieren weer opgeladen en stappen met goede moed de bus in. Wederom gaan de eerste twee uur over de bruine gatenkaas weg maar daarna loopt de reis soepel. Nee grapje, de reis werd nog nog langer dan de vorige en na twaalf uur opgekropt te zitten in de bus waren we dan eindelijk daar. Antigua, de voormalige hoofdstad van Guatemala en het hoofdkwartier van de Spanjaarden voor heel Latijns Amerika.

ANTIGUA
Uiteindelijk zullen we drie keer in Antigua aankomen en vertrekken. De eerste keer houden we het dan ook rustig, deels ook omdat ik heb besloten om ziek te worden. Of ik iets verkeerds had gegeten, hoogteziekte of aanstelleritus had niemand zal het weten maar het enige wat ik heb gezien is mijn bed. Vicky heeft Antigua echter wel leren kennen als een bruisende stad waarin mede door de aankomende kerst veel te doen is. Het is weekend, kinderen zingen onder begeleiding van een band en alle kerken en bomen zijn verlicht met kerstversieringen. De mensen eten op straat en in het park en kinderen laten met de sigaret van pa wat vuurwerk af gaan.

Antigua is een stad gebouwd door de Spanjaarden in 1543 en was de hoofdstad van heel Latijns Amerika te weten: zuid Mexico, Guatemala, Belize, Nicaragua, El Salvador en Costa Rica. Tegen 1773, was Antigua gegroeid tot een van de grootste steden in de wijde omgeving en omvatte meer dan 30 kerken, 18 conventen en kloosters, vijf ziekenhuizen, weeshuizen en ontelbare parken en fonteinen. Ondanks dat Antigua in een aardbevings gevoelig gebied ligt en meerdere malen werd getroffen door aardbevingen, waren de Antiguanen altijd in staat om hun stad weer op te bouwen. Tot die beving van 29 Juli 1773. De stad werd zo verwoest dat het niet anders kon dan de hoofdstad te verplaatsen naar het huidige Guatemala-City. Antigua is echter nooit verlaten maar is hierdoor wel een rustige koloniale stad geworden waar de ruïnes worden gekoesterd en de historie nog leeft.

Onze enige activiteit op dag twee is het bezoeken van een viewpoint over de stad. Een mooi aanzicht want Antigua ligt op 1.500 meter hoogte en is compleet omgeven door heuvels en drie vulkanen. De Agua, een perfect symmetrische kegel vulkaan. De Fuego, een vulkaan die om de zoveel minuten afgaat en kilo's vulkanisch gesteente uitspuugt. De laatste is de grootste van de drie en is gedoopt als de Acatenango vulkaan. Deze vulkaan gaan wij bedwingen na onze tweede bezoek aan Antigua.

LAKE ATITLAN
Een bus van 3.5 uur en een boot van een half uurtje bracht ons naar San Pedro aan Lake Atitlan. Een zoetwatermeer op 1500 meter hoogte van bijna 20 kilometer lang omgeven door vulkanen. Atitlan betekend in het Maya's: de plaats waar de regenboog zijn kleuren krijgt. Het meer is eigenlijk een gigantische krater van een eruptie van meer dan 84.000 jaar geleden.

We slapen in het Mr. Mullet's hostel, het zou van een Nederlander moeten zijn met heerlijke authentieke kroketten. Natuurlijk was dit niet de enige reden om hier te slapen maar wel een belangrijke. Komen we er aan, heeft Mr. Mullet godverdomme het hostel al drie jaar geleden verkocht. Daar gaat onze 'recente' info. Wel hebben ze een pool tafel en samen met mijn beste nieuwe Engelse vriend, die blijkbaar heel zijn leven in een poolcafe heeft rondgehangen, spelen we twee Nieuw-Zeelanders compleet van tafel. Oftewel, gratis drank de hele avond want loser buys the drinks.

Op 12 december de volgende dag is het dan zover. We gaan paardrijden! Voor mijn gevoel heb ik het nog nooit gedaan. Deels ben ik doodsbang dat een van die beesten mij weer een trap verkoopt zoals ooit met sinterklaas bij de Pracht in Aalst (het zit nog diep). Maar toch is dit iets wat je moet doen als je de kans hebt.
Met mijn grote bek wil ik per se drie uur in plaats van een of twee tegen Vick's advies in. Ik ben sportief dus een beetje paardje hobbelen zal niet zo moeilijk zijn toch? Moeilijk is het inderdaad niet want mijn hengst had beter door welk pad hij moest nemen dan ik. Toch heb je wel invloed op een beest want een keer sissen en hij schakeld een tandje bij. Vicky vloog er dan ook al snel vandoor terwijl ik mijn slakkengang al snel genoeg vond.
Hoewel het misschien nu lijkt alsof Vick hier de professionele paarden renner is, zit zij na het rijden met een zere reet terwijl ik me eigenlijk nog prima voel. Wel hebben we beide uitermate genoten en een deel van het meer met stranden en koffie plantages gezien waar niet iedere doorsnee toerist van kan genieten.

Een dag later worden we eindelijk weer herenigd met onze Australische vrienden Jack en Liam, die we ook in Caye Caulker, Flores en Semuk Champey hebben gezien. We maken er een rustige afscheidsdag van en doen zoals de vibe van San Pedro ons aanraad, eigenlijk helemaal niks. Wel hebben we ons dan toch ingeschreven voor Spaanse les en hoewel we geen tijd hebben om weken te studeren, gaan we toch proberen om in drie dagen tijd het brood nodige te leren.

Eerste Spaanse les, 14 werkwoorden en tientallen woorden. Ik kan er na drie uur nog maar amper twee onthouden maar het begin is gemaakt. Waar ik wel merkbaar beter in ben geworden is het poolen. Ik kijk hier al de hele week naar uit want eigenlijk is het enige wat ik steevast doe is die ballen iedere dag zo snel mogelijk in het gat schieten. Erg constant ben ik alleen niet wat ervoor zorgt dat ik nog meer vertrouwen heb om ooit vloeiend Spaans te praten dan om ooit een goede pooler te worden. Ik werd er dan ook uit gegooid in de eerste ronde, tegen een Duitser nog wel!

Les twee gaat al een stuk beter. Ik heb besloten het heft in eigen hand te nemen en niet klakkeloos mijn lerares te volgen. Ze wil mij namelijk wederom 15 nieuwe werkwoorden leren terwijl ik het handiger vind om te weten waar ik de bus kan vinden en hoeveel een tweepersoons kamer kost. Hier studeren we dan ook de komende drie uur op en het is al meteen van pas gekomen tijdens het boeken van de bus terug naar Antigua.
Ook les nummer drie gaat voorspoedig, ik heb alleen een andere leraar gekregen en wederom beginnen we met het voorstellen aan elkaar. Hier merk ik dat die Guatemalteekse mij op één vlak niet helemaal begrijpen, mijn geloof. Vraag vier na het vragen van mijn naam, leeftijd en land van afkomst is vaak of ik geloof ik Jezus en God. Als ik dan vertel dat ik eigenlijk atheïst ben wordt er toch met enige verontwaardiging naar mij gekeken. Het levert wel interessante gesprekken op in een mix van Spaans en Engels maar uiteindelijk stuur ik het gesprek dan maar dat ik wel geloof in het Boeddhisme. Geen hogere entiteit waarvan het bestaan nooit bevestigd is maar een echt persoon waarbij het gaat over positieve energie en het goed en aardig zijn voor elk ander vorm van leven. Mijn leraar wordt vrolijk van dit verhaal want hij is een echte Maya en is blij te vertellen dat ik dus eigenlijk ook een Maya ben. Het geloof in positieve en negatieve energie is waar het bij de Maya's om draait en het maakt de les een stuk leuker.

Uiteindelijk zijn we zes dagen gebleven in San Pedro. We hebben we hier de eerste stappen in het Spaans gemaakt, afscheid van vrienden genomen en nieuwe gemaakt en konden we eindelijk genieten van een rustig leventje op wat voelt als een geïsoleerd eiland.

ANTIGUA 2
Wederom komen we weer terug in Antigua. De stad waar de straten zijn gemaakt van keien, iedere huiseigenaar met een kwastje de scheuren in zijn huis wekelijks bij-tipt en de auto's er doorgaans uit zien alsof ze 30 jaar geleden voor het laatst een APK hebben gehad.
Nog een ding wat ons opviel is het bevoorraden van de supermarkt. Niet een grote 'AH' vrachtwagen met alles precies volgens de bestelling. Nee, een vrachtwagen met Yoghurt, busje met vlees, truck met speelgoed en nog tien andere vrachtwagentjes met ieder kun eigen product. Ze staan allemaal in een rij en vragen om aandacht van de man met de computer. Hij rekent snel uit wat de supermarkt wil hebben en schreeuwt naar een paar mannen met rug bescherming. Zij rennen vervolgens alles vanaf buiten zo snel mogelijk naar binnen. Grappig tafereel want zie jezelf als klant hier maar door de wringen, want alles gaat natuurlijk wel gewoon door de voordeur.

Al met al was Antigua zeker een geweldige plek in Guatemala maar of het super speciaal was, nee. Ik bedoel Tikal ga je nergens anders vinden, de rivier van Semuk ook niet zo snel en een krater van 84.000 jaar oud al helemaal niet. Toch snap ik waarom dit stadje zo hoog staat aangeschreven. Het is een van de enige plekken in Guatemala waar je veilig kan rondlopen en alles voor handen hebt wat je wilt. Of dag-trips of stedelijke wandelingen nu je ding is, of je van rust of de drukte houdt. Alles kan je hier wel vinden maar Antigua is niet het eerste waar ik aan denk als ik aan dit mooie land terug denk.

ACATENANGO VOLCANO
Waar ik wel aan terug zal denken en nooit meer zal vergeten is deze mevrouw. De must-see(/try) voor iedere backpacker in Guatemala. Het beklimmen van de Acatenango vulkaan. Een van de meest actieve vulkanen in de wereld die meerdere keren per dag lavabollen uit zijn krater spuugt. Heb je geluk, dan zijn de bollen ter grote van een auto maar enkele vuurrode keien en een rookwolk die de zon blokkeert maakt ook indruk.
Ook al waren we beide niet helemaal 100% terug gekomen van San Pedro, dan nog begonnen we vol goede moed aan de trip.
Laten we beginnen. We begonnen te hiken tussen de weilanden tot ongeveer 2100 meter hoogte. Lopen door mul zand in wat lijkt op de bodem van een door de mens gemaakt kanaal is lastig. De benen branden al licht maar we maken genoeg stops. We stijgen verder, klimmen naar grotere hoogtes en beginnen te zigzaggen. Tot een hoogte van 2500 meter lopen we door dicht begroeide jungle. Alles is vochtig en klam en langs een smal stijl pad kronkelen we naar boven. Kleine tredes zijn soms uitgehakt als het zand te glad of stijl is. Het wordt duidelijk dat de vulkaan niet simpelweg gezien kan worden als één object. De voet van de vulkaan is zeer vruchtbaar en vlak genoeg om bewerkt te worden. De jungle daarentegen is een spons. Het is in staat de regen van het regenseizoen zo lang mogelijk vast er houden om te omliggende dorpen het gehele jaar door van water te voorzien.
We zijn inmiddels al een paar uur onderweg en mogen eindelijk gaan lunchen. We zijn beide al een beetje kortademig en hebben het bloedheet als we lopen maar beginnen het al fris te krijgen bij stilstand. We stijgen verder, op naar de 3000 meter grens. Het bossage veranderd langzaam van rimboe naar naaldbomen en dode bomen. Of dit door een uitbarsting, de hoogte of watergebrek komt is niet duidelijk maar het veranderd het aanzien van de berg aanzienlijk.
Wederom denk ik terug aan voet van de berg. De landbouw maakte de berg menselijk, een middel wat gebruikt kan worden. De jungle maakte het wild maar ik kon het ook nog zien als een speeltuin. Maar nu we de 3500 meter grens bereiken en je geen grote bomen meer ziet die nog in leven zijn en enkel een struik her en der nog overleeft. Voel je de kracht van de berg. Het is geen speeltuin of middel wat wij kunnen beïnvloeden. De Acatenango doet wat zij wilt. Ze is ruig, extreem winderig en koud. We zijn kapot. De gids maakt ons blij dat we er bijna zijn en het niet heel stijl is. Nog een paar honderd meter. We zitten bijna op 3600 meter.
We hebben het base-camp bereikt! Hoe is het mogelijk, de vermoeidheid en kou vergeten we snel want een kampvuur brand in onze rug en versteld kijken we naar het uitzicht. De Fuego vulkaan op ooghoogte, op amper een kilometer afstand. De Agua vulkaan links van ons op kilometers afstand lijkt een stuk kleiner want we staan hoger. Tientallen dorpen en steden liggen aan onze voeten. Het voelt alsof de wereld beweegt maar wij stilstaan, niemand weet dat wij op hun neer kijken. Zo onwerkelijk en iedereen klapt voor elkaar als de groep van 30 langzaam ook allemaal het basiskamp bereiken.
Vick en ik gaan onze tent in om even een brood nodige powernap te maken. De benen kunnen niet meer en mijn ontstoken keel maakt het ademen moeilijk. We staan op voor zonsondergang, precies het moment dat de Fuego vulkaan wakker wordt. Ze gromt en brult, de Fuego vulkaan is wakker geworden en wij zijn getuigen. Het kampvuur warmt onze koude rug terwijl de Fuego onze harten en hoofden vult met warmte en ontzag. Iedereen schreeuw WoW en Waaa en kan niks anders zijn aandacht geven behalve aan de Fuego. De vulkaan spuugt tientallen meters hoog en rood gloeiend gesteente tuimelt de berg af naar beneden.
Ons diner is bonen rijst en aardappelpuree en als toetje een kop warme chocomelk met marshmallows aan het kampvuur. Gebroken maar content gaan we met kleren aan onze slaapzak in. Het is vrieskoud.
Om 4 am worden we wakker gemaakt door de gidsen. Het is tijd voor de zonsopkomst op de top van de vulkaan. In anderhalf uur klauteren we in het pikke donker 200 meter naar de top. Af en toe verrast de Fuego ons nog met een uitbarsting en nemen we af en toe de tijd om de wereld langzaam aan weer wakker te laten worden. De laatste 100 meter naar boven is allesbehalve leuk of gezellig. De wind neemt toe, er is geen beschutting. Voor iedere stap die we zetten zakken we een halve stap terug. We kunnen onze ogen niet open doen door het rond vliegende zand. Onze handen bevriezen en ik kan met moeite mijn wandelstok vasthouden. Zonder deze stok waai ik zeker weg. Extra spannend want het is net licht genoeg geworden om te zien dat de wind ons maar al te graag een klein ravijn in wil blazen. Dit is niet leuk maar onverantwoordelijk maar samen slepen we elkaar er doorheen. Aangekomen bij de top kunnen we de zon niet eens zien door de scherpe wind die stenen in onze ogen blaast. Als een kudde pinguïns zoeken we warmte en beschutting bij elkaar want de krater is vlak en het enige wat je ziet en voelt is zwart zand. Ook de stralen van de zon bieden geen verlichting maar vergroten de boosheid. Waarom zijn wij hier naar toe gebracht? Kunnen we nog wel veilig naar beneden? En waar in hemelsnaam zijn onze gidsen eigenlijk?

Het is uiteindelijk goed gekomen. Na het seintje van een van de gidsen konden we eindelijk naar beneden. De steile klim werd nu een gladde zwarte ski helling waar je vanaf kon glijden en rennen. In een hand de wandelstok, in de andere je capuchon om je gezicht te beschermen voor het zand. Binnen 5 minuten daalde we 100 meter en samen met de wind verdween onze frustratie. We kregen het weer warm en de zon was nog steeds laag genoeg om te genieten van de opkomst. De boosheid waren we weer vergeten en de vreugde en trots namen het over. We hebben het geflikt, wij samen hebben dit gewoon even gedaan. Wat een blijdschap ook al moesten we nog beginnen aan de afdaling.
De weg terug was een piece of cake, we namen gelukkig wel een iets andere weg maar wetende wat we net hadden gehad was de weg naar beneden als een wandeling in het park.

BYE BYE GUATEMAYA
Daar was je dan. Guatemala. Of eigenlijk noem ik je nu Guatemaya. Waarom? Guate, omdat je bosrijk bent. Maya omdat dat je echte naam is. Niet mala zoals de Spanjaarden je noemde, slecht. Je bent voor mij niet het bos met de slechte mensen maar je bent het bosrijke land met de mooie mensen. Of ze nu Maya zijn of Spaans of een mix daartussen, iedereen is net zoals in de vorige landen ontzettend vriendelijk. Zowel in het hyper toeristische Antigua als in het rustige Semuk. De Guatemalteekse zijn vrolijke trotse mensen en lijken het zeker niet al te slecht te hebben.
Guatemala was het eerste land wat we echt hebben doorkruist en pas dan zie je wat voor een diversiteit een land heeft. De open vlaktes en boslanden in het noorden en het vulkanische zuid-westen worden gescheiden door meerdere bergkammen in het midden. Het zorgt ervoor dat je binnen enkele dagen jezelf in meerdere werelden kan onderdompelen.
Juist deze diversiteit maakt Guatemala voor mij het mooiste land wat we tot nu toe hebben gezien. Maar... we hebben nog acht landen te gaan dus wie weet wat ons nog te wachten staat. Next stop: El Salvador!

  • 23 December 2017 - 11:00

    Pascal:

    INDRUKWEKKEND!!!

  • 23 December 2017 - 13:53

    Ine:

    Wat een ontroerend verhaal hoe jij Guatemala beschrijft en jullie tot het uiterste gegaan zijn door de vulkaan te beklimmen, prachtig. xxx

  • 27 December 2017 - 12:59

    Emmy:

    Wow .... wat een verhaal zeg....Geweldig geschreven..... boeiend omschreven
    Wij genieten op deze wijze mee..... Ga zo verder

  • 27 December 2017 - 22:20

    Ien Vercauteren:

    Het is maar goed dat ik vakantie heb en dus de tijd om jullie uitgebreid verslag van Guatamala te lezen. Jullie zullen dit zelf later ook met plezier terug lezen. Ik verheug me al op je verslag van El Salvador Mark.
    Dikke kus voor jullie allebei ( we missen jullie wel een beetje hier op de piste :( ).

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Guatemala, Antigua

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

10 Mei 2018

Bolivia

01 Mei 2018

Peru

26 Maart 2018

Colombia 2

25 Maart 2018

Colombia 1

21 Februari 2018

Panama
Mark

Actief sinds 16 Nov. 2017
Verslag gelezen: 558
Totaal aantal bezoekers 15445

Voorgaande reizen:

16 November 2017 - 31 December 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: