Panama - Reisverslag uit Panama-stad, Panama van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu Panama - Reisverslag uit Panama-stad, Panama van Mark Helvoort - WaarBenJij.nu

Panama

Door: Mark van Helvoort

Blijf op de hoogte en volg Mark

21 Februari 2018 | Panama, Panama-stad

Daar zijn we dan, ons laatste land. Van Midden-Amerika welteverstaan maar toch. We gaan beginnen aan land zeven en daarmee de afsluiting van de eerste helft van onze trip. Veel tijd hebben we niet tot onze beschikking dus in twaalf dagen bussen we van Bocas del Toro naar Boquette naar Panama City om af te sluiten met een knaller. Op een zeilboot via de San Blas eilanden naar Cartagena Colombia te varen.

BOCAS DEL TORRO
Al in Cancun werd ons duidelijk gemaakt dat Bocas een van de mooiste zo niet de mooiste plaats van Panama is. Bocas is een eilanden groep dicht bij de kust van Panama en Costa Rica in de Caribische kust. We hadden echter nog een tweede reden om Bocas te bezoeken, Carnaval! Want ook al verkleden wij als brabo’s ons graag, hier zijn ze ook niet vies van een feestje. We slapen de eerste twee nachten in de Bambuda Lodge en wat een heerlijke plek is dit. Een beetje boven ons budget maar dat mag ook wel een keer na het zuinige bestaan in Costa Rica. De lodge ligt op het eiland Solento en naast een jungle hike van een uur is er geen zak te doen. Geen probleem want een zwembad met volleybal net, gigantische 10 persoons hangmatten en eten wat uit een sterrenrestaurant lijkt te komen vermaken we ons prima hier de komende dagen. We kwamen uit Costa Rica met elkaar en Sigrid. Die Amsterdamse die in de Costa Rica blog al naar voren kwam. Al snel leren we een groep kennen en zo is heel het hostel een grote gezelligheid. Avonden met onbeperkt sangria (tuurlijk doen vick en ik alsof maar een van ons wil mee doen en drinken we samen uit een glas) zorgen voor de katers en ontelbare potjes zwembadvolleybal zorgen voor de spierpijn en helpen iedereen om elkaar te leren kennen.

Op de 7e moesten we wel verkassen naar het eiland met Bocas Town om carnaval mee te maken. We slapen in het Mamallena hostel en tot ons blijdschap bleken alle dorms volgeboekt. We hadden toch echt een reservering dus een twee persoons kamer was de enige optie. Eindelijk weer even wat privacy na alle slaapzalen van de weken daarvoor. Even wat tijd voor ons tweeën want we hadden gelukkig nog een avond rust tussen het gezuip in Bambuda en het carnaval in. Het plan was om optimaal gebruik maken van de kamer. Toch bleek de ‘vriendengroep’ uit de lodge wederom in een alchohol bui en besloten ze ons op te zoeken in het dorp. Shit, ook wij moesten dus maar uit ons bed komen om nog eenmaal met de groep te feesten en te swingen op de Latijnse muziek. Louis, de achttien jarige Mexicaanse medewerker uit het hostel ging mee en heeft mij en alle andere houten westerlingen heel de avond op sleeptouw genomen om in ieder geval in de buurt te komen van zijn swingende heupen.

Eindelijk was het dan zover. Carnaval stond bijna te beginnen, je merkte het goed in het dorp. De hoofdstraat werd afgesloten en stellages opgebouwd. Kinderen spelen op de straat en hele families aan straatverkopers stallen hun waar uit. Het valt me op dat er eindelijk wat variatie in de merchandise zit en het niet vast staat dat alles uit China komt. We spenderen de dag met koffie drinken bij tent één en lunchen bij de tweede. Ook kopen we voor het eerst weer eens wat souvenirs en maken we ons klaar voor dag een van carnaval. Nog een paar uur later werd het duidelijk dat de locals niet van plan waren nu al los te gaan, het echte feest moest morgen dan maar los barsten. Stiekem was ik hier best wel blij mee.

Vick en ik nemen de volgende dag bewust onze rust om die avond los te gaan. Erg zin heb ik er niet in want mijn keel staat op springen. Ik wijd het in het begin gewoon aan de airco die die nacht vol op mijn gezicht heeft gestaan. Ik pop een paar strepsils en loop naar de pharmacia om wat andere pillen te halen. Verbeteren doet het niet echt dus ik besluit een ander middel te proberen. De avond is namelijk weer begonnen dus Vick trekt mij mee naar de bar waar Louis en Sigrid op ons wachten. We hebben kortingskaarten voor een dollar tequila shots dus ik neem het er maar van. Alchohol verdooft geloof ik dus al snel zorg ik dat ik en Louis binnen de kortste keren zes shots achter de kiezen hebben. Louis staat al snel te wiebelen en ook ik word licht in mijn hoofd. Ik probeer het nog een uur maar beter wordt het niet. Er zit niks anders op dan te gaan en als een verloren schaap loop ik naar het hostel. Ik laat Vick achter bij de groep en druip af met een kleine dosis zelfmedelijden.

In de ochtend moeten we helaas uitchecken want het hostel wil ons niet langer voor 15$ per nacht een bed geven. De feestdagen zijn nu echt begonnen dus de prijzen stijgen mee. We boeken een nacht in het Coconut hostel want het is werkelijk waar de enige plek in Bocas die nog te betalen is. En dan betalen we deze keer niet 10$ voor een slaapzaal met bedden, nee nee, we krijgen er een hangmat onder een overkapping op drie hoog zonder muren voor in de plaats. Op zich zeker een Bucket list item maar mijn keel zorgt voor zo een negatieve stempel op mijn gemoedstoestand dat ik snel naar de dokter wil. Ook Vick vind wel een reden om de dokter te bezoeken want de muggenbulten op haar benen zijn ook niet wat het moet zijn. Als een hopeloos stel zitten we na een uur wachten in de spreekkamer. De dokter spreekt wederom amper Engels maar Google translate helpt een hoop. We moeten ook wel want als mensen zeggen dat Panamezen duidelijk Spaans spreken dan zeggen die mensen vast ook dat plat Limburgs perfect ABN is. Eerst is vick aan de beurt. De dokter kijkt en voelt en weet het al snel, een beetje antihistamine hier, een anti-jeuk zalfje daar en wat antibiotica voor de infecties. Zo dat is opgelost. Dan ga ik zitten en hij krijgt dan pas door dat we beide ook echt een dokter nodig hebben. Hij lacht al een beetje en ik zie dat hij duidelijk pret heeft dat een gringo stel samen medische hulp nodig heeft. Ik zeg hem dat mijn keel voelt alsof er een schep zand in zit (bij wijze van spreken dan) en hij vraagt of ik mijn mond open kan doen. Dokter Tinus zet het lampje van zijn mobiel aan en lacht vervolgens breeduit. Hij wuift dat Vick ook een kijkje moet nemen en zegt in gebrekkig Engels ‘O oh, no good, very bad’. Hmm, dankje Tinus, precies de geruststelling die ik nodig had. Hij begint snel te schrijven in zijn receptenboekje en schrijft drie dingen voor. Zijn handschrift is echt van een dokter dus ik vraag wat het allemaal is. Wederom een lach. Wat nu weer denk ik. Hij verteld eerst dat ik antihistamine krijg voor de zwelling in mijn keel en antibiotica voor de infectie. Daarna gaat hij met zijn hand naar zijn kont, glimlacht, en doet hij alsof hij een spuit in zijn kont zet. Shit, dat is wel duidelijk maar waarom een spuit? Blijkbaar omdat het zo ‘no good’ is dat hij meteen met een penicilline-spuit haast wil maken met de behandeling. Fijn is anders maar voor een rekening van 10$ voor alle pillen, de spuit en het consult zie ik de lol er wel van in en twee uur later lopen we het ziekenhuis uit met een beginnende spierpijn in mn bil. Het enige nadeel is dat we nu samen geen alchohol kunnen drinken voor carnaval en laat het nu net de dag zijn dat het helemaal los barst. Ons hostel zit aan het centrale plein en blijkbaar heeft iedere pick up truck, eet en drank stand en natuurlijk het grote podium zijn eigen verschillende muziek keuze en knalt alles simultaan onze hangmatten slaaphut in. Waar Vick wederom op stap gaat houd ik mij rustig. Ik luister vanaf mijn hangmat naar de muziek en loop zo nu en dan een rondje door het hostel en over het plein. Een iets andere carnavalsdag dan dat ik verwacht had maar zeker geen ramp. Het is nu wel tijd om door te gaan naar de volgende plek. Om te herstellen, een beetje rust te krijgen en meer te zien van Panama dan alleen de bar in een club.

BOQUETTE
Het is de plek voor activiteiten en natuur, precies tussen de Caribische en Pacifische zee hoog in de bergen. Wij, Vick, Sigrid en ik komen alleen niet speciaal voor de energieslurpende activiteiten maar voor de jacuzzi van het Bambuda Castle. Het is het jongere broertje van de lodge in Bocas maar al bijna net zo goed. Het lijkt een beetje op een prinsessen kasteel maar dan zonder het roze. Meteen bij aankomst voel ik me al rijk. De taxi stopt onder de carport en ik open een van de twee grote houten deuren, het kraakt zelfs een beetje en het zet meteen de juiste sfeer. Binnen is alles hip geschilderd maar de kandelaar, grote schilderijen en ronde tafel in het centrum van de open ruimte zorgt ervoor dat we ons echt in een kasteel wanen. Het personeel is vanaf moment één mega vriendelijk en we mogen meteen bepalen wat we willen eten in de avond. Het belooft wederom een geweldige maaltijd te worden en kan zeker tippen aan de gerechten van de lodge in Bocas. Eerst moeten we natuurlijk wel meteen de jacuzzi in dippen en we hebben duidelijk onze plek gevonden. De avond draait om uitbuiken, rust en films in de tv ruimte en iedereen voelt zich thuis.

De volgende dag jeuken onze voeten weer en besluiten we op pad te gaan. Wederom geen dure vulkaan of koffie hikes maar een trek naar de top van een van de vele bergen rond Boquette. Met zijn grofweg 350 meter hoog is het meer een heuvel maar dat doet afbreuk aan de hellingen op deze Mount Everest. Het zijn de steilste tot nu toe want zelfs de top van de Acatenango komt hier niet aan. Het duurt twee uur voordat we de berg opkomen want menn wat gaat het langzaam. Het is echt een gevalletje een stapje naar boven en een stapje terug. Ook al probeer ik steun te zoeken achter takken en me aan bomen omhoog te trekken, dan nog glijden we zo nu en dan weer een stukje terug. Vooral Sigrid kan er even de lol niet meer van inzien want we zijn ook nog eens op het heetst van de dag vertrokken. De hitte van de zon wordt alleen overtroffen door de warmte die van het zwarte zand af komt. Het stof waait alle kanten op en komt in bijna al mijn holtes terecht. Toch valt het allemaal reuze mee want binnen twee uur staan we op de top en zitten we met zijn drieën op een reuze kei te genieten van het uitzicht.

Onze laatste dag in Boquette belooft de beste te worden. We hoeven pas rond 20:00 uur de bus te pakken naar David alvorens we de nachtbus pakken naar Panama City. We hebben dus nog bijna een volle dag voor de boeg en besluiten er het beste van te maken. In de toerist info map van het hostel lezen we over rots klimmen. Vick glundert al helemaal want dit is de activiteit waar ze al weken naar uit keek. Ik lees over ene Cezar Mendelez en dat hij de bekendste Panamese boulderaar en rotsklimmer is en alle routes in Boquette heeft bedacht. We vragen om wat meer uitleg aan het goedlachse barpersoneel en wat blijkt. Staat godverdomme Cezar recht voor onze neus! Wat een mazzel en nog beter. Hij biedt aan om met hem samen te gaan boulderen. Dit is een kans die we niet kunnen laten liggen dus snel betalen we voor een huurauto en vertrekken we met zijn vieren naar de plek. Het is een van de plekken die hij zelf heeft ontdekt en op de kaart heeft gezet. In een klein uur verteld Cezar bijna alles over zijn professionele leven. Hoe hij als kind met zijn vader water de vulkaan op bracht en hoe zijn passie is ontstaan. Het lijkt op een grote mix van toeval en lot en zorgt voor nog meer respect voor deze man. Jaren terug, toen Cezar nog amper 14 was, bestond boulderen niet eens in Panama maar klom hij al op rotsen van meer dan 20 meter hoog. Zonder zekeringen want hij wist niet eens dat zoiets bestond. Het klimmen deed hij niet eens alleen voor de lol maar vooral om snellere wegen naar boven te vinden zodat zijn vader nog sneller water naar boven kon brengen en hijsen. Dit heeft de basis gelegd voor zijn succes en tien jaar later reisde hij overal ter wereld om wedstrijden te winnen en de sport groot te maken in zijn land. Hij wordt dan ook als een halve held onthaalt bij de rotsformatie. Tientallen jongeren zwemmen in een kleine vijftig meter lange canyon en proberen verschillende routes te vinden om uit de canyon te klimmen. Allen kijken ze naar Cezar en geven ze hem een handje, knipoog of shoutout. Cezar spant ondertussen een slack-line (een dik spanband) over de canyon en loopt in totale kalmte en met zijn kleren plus mobiel naar de overkant. Ter vergelijking, Vicky kan met moeite twee stappen zetten om er vervolgens al wiebelend af te vallen. Sigrid en ik bakken er al helemaal niks van. Een goede warm-up is het wel dus we zijn klaar om te beginnen. Cezar doet alles voor en natuurlijk lijkt het o zo simpel, totdat ik het probeer en merk dat ik naast techniek ook behoorlijk wat spieren mis om mezelf naar boven te trekken en duwen. Binnen een paar uur zijn we dan ook helemaal kapot en zodra ik zie dat een paar jonge gasten maar één arm gebruiken om omhoog te klimmen ben ik er al helemaal klaar mee. We bedanken Cezar honderd keer voor deze ervaring want het is al even geleden dat we echt een middag samen met een local op pad zijn geweest.

PANAMA CITY
De rit naar Panama City ging uiterst vloeiend. De taxi kwam op tijd bij het kasteel, zette ons precies op tijd af bij de bus naar David. We nemen afscheid van Sigrid, zij heeft gelukkig voor haar iets meer tijd, dus we zijn weer met zijn tweeën. Ruim op tijd komen we aan in David en de komende drie uur besteden we aan mensen kijken en alle vette happen van de voedsel kar uit te proberen. Onze nachtbus gaat vervolgens mooi op tijd maar slapen komt er niet van. Op de een of andere manier ben ik zo gewend geraakt aan slapen in te kleine zitjes in bussen dat de massa’s beenruimte die ik nu tot mijn beschikking heb mij niet kunnen bekoren. Toch komen we redelijk fris bij het busstation aan en we merken meteen dat we in een grote stad zijn. Niet langer vertrekt de bus langs de kant van de straat maar staan er tientallen bussen klaar bij de verschillende terminals. Spontaan lopen we een Canadees stel tegen het lijf die op ons aanraden ook hetzelfde hostel hebben geboekt in Panama City. We laten de wirwar aan bussen snel achter ons en pakken de taxi.

We komen aan in het hostel om 6 uur s’ochtends en vallen alle vier in slaap op banken in de gemeenschappelijke ruimte. Om half 10 word ik wakker, temidden van andere mensen maar ik ben heerlijk uitgerust. We gaan direct een walking tour doen gegeven door de immer relaxte Chris. Een als we hem moeten geloven succesvol model in zijn hoogtij dagen maar nu de ‘social manager’ van het hostel. Hij plakt ‘dude’ aan het eind van iedere zin en spendeert de rest van zijn leven als surf-dude. Waar we dachten een city walking trip te doen blijkt ome Chris hier helemaal geen zin in te hebben. We lopen in plaats daarvan naar de hoogste berg midden in Panama City voor het uitzicht. Een tocht langer dan ons vermoeide lichaam aan kan maar het zicht is inderdaad prachtig. Aan de ene kant de stad met haar oude en nieuwe centrum. Aan de andere kant iets veel mooiers. Het Panama kanaal, eindelijk! Voor mij is dit een van de must-see’s van midden-Amerika door het architectonische hoogstandje en omdat het iets met water te doen heeft.

Een dag later was het dan zover, ons bezoek aan het kanaal. Het bezoek begint met een rondleiding door het museum. In vier etages wordt de geschiedenis, natuur invloeden en scheepvaart simulaties weergegeven en krijg je direct al een betere ingeving van wat het kanaal allemaal omvat. De cijfers moet je zelf maar opzoeken maar het wordt nog indrukwekkender als je vervolgens zelf de schepen door de sluizen mag zien varen. We mogen alleen een kijkje nemen bij de drie-delige Miraflores locks. Ik moet toegeven, het ziet er onwijs simpel uit. De sluis wordt gevuld en gaat open, de boot wordt vastgemaakt aan treinen om de boot veilig de sluis in te trekken, het water daalt en de boot gaat door naar de volgende sluis. Het stelt eigenlijk helemaal niks voor. Toch zitten ik en Vick meer dan anderhalf uur met open mond te staren naar de stalen bakbeesten die met nog geen halve meter speling door de sluis glijden.

Daags voor het begin van de San Blas trip werden we al verrast door een e-mail van Blue Sailing. De wind en golven waren te extreem dus we vertrokken een dag later. Het gaf ons de dag om rustig te genieten van Panama City per fiets en de brood nodige boodschappen te doen. Hier hoort natuurlijk een lekker flesje vodka bij maar vooral moest ik nieuwe slippers en een zwembroek halen. De toestand van beide kleding stukken was namelijk erbarmelijk. De slippers waren serieus nog geen twee millimeter dik dus over straat lopen was alsof ik op blote voeten liep. De zwembroek was nog wel heel maar bevlekt, verbleekt en uitgerekt. Ik moet zeggen dat ik geheel in de backpackers stijl een prachtige geweldige toekan zwembroek heb weten te bemachtigen. Mijn beste souvenir tot nu toe! Enfin, alles stond in het teken van de San Blas trip dus veel hebben we niet gedaan die dag. Op een kort bezoekje aan het veel te dure Hard Rock hotel na dan. In een van de hoogste gebouwen van Panama City genieten van het uitzicht en dat ene biertje met mijnende schrale andere backpackers.

SAN BLAS TOUR
De afsluiting van Panama is een knaller. De komende vijf dagen gaan we meer dan 500 kilometer zeilen langs de mooiste eilanden van Panama om vervolgens de grote oversteek te maken naar Cartagena, Colombia.
We zouden op 17 februari pas worden opgehaald om 12 uur in plaats van 5 uur in de ochtend. Geen probleem voor ons want we konden ons die avond ervoor dus nog een keer bezatten. Uitslapen zat er nu tenminste wel in. Althans dat dachten we. Ik lig die nacht om 3 uur in bed en val in slaap, amper twee uur later staat er een gestresste Vicky voor mijn neus. Ik slaap nog half maar ze begint te vertellen over jeuk, pijn en niet kunnen slapen. Ze lijkt mij wel zoals ik vroeger was, lekker naar beneden lopen naar mama om te klagen dat ik niet kan slapen. Toch was het deze keer wel zeker terecht. Vick vraagt of ik aan haar kin kan voelen. Ik voel aan de linker kant. Ik voel niks. Op de rechterkant zit echter zo een grote bult dat ik meteen rechtop zit. Dit is geen aanstelleritus of slechte grap. Ze zit helemaal onder. Haar rug is rood en dik, haar buik bevlekt en die bult op haar kin doet haar bijna voorover vallen. Oké misschien overdrijf ik een tikkie maar serieus was het zeker. We zoeken dus snel een ziekenhuis op en vertrekken naar Hospital National. Al snel verklaren ze Vicky’s kwaal met een allergische reactie op iets waarmee ze in contact is gekomen. Al snel hangt ze aan het infuus en pas als Vicky zegt dat dit ook meteen haar kater verhelpt realiseer ik me dat die van mij begonnen is. Het is inmiddels 7 uur en de alchohol is inmiddels vrijwel verdwenen maar nu gaat de hoofdpijn en duizeligheid beginnen. Die drie uur slaap hebben me nuchter genoeg gemaakt om te functioneren maar nu ik hier op de koude vloer zit van de eerste hulp voel ik me diegene die ziek is. Vick zit echter lekker aan het vocht en ligt heerlijk te slapen op een bedje.

Het mocht de pret allemaal niet drukken gelukkig want voor 12 uur zijn we weer in het hostel. Vicky heeft weer een nieuw zakje met pillen en zalf en tegen de avond zitten we eindelijk op de boot. Onze boot is de Sophia en haar kapitein is de vrolijke verhalenverteller André. Hijzelf is een Colombiaan uit Cali en zijn dekknechten zijn alle drie Argentijns. We zitten op een grote zeilboot maar met in totaal vijftien mensen is het knus genoeg. Naast Vick en ik zitten we met Tom de Engelsman, Paul de Koreaan en nog zeven Duitsers. We vertrekken tegen de avond om vervolgens in de ochtend aan te komen op de San Blas eilanden. De trip duurt 10 uur door de pikke donkere nacht. André kan niet genoeg benadrukken dat iedereen zijn zeeziekte pillen moet nemen want de tocht is zwaar. Ook al zeg ik dat ik nooit zeeziek word dan nog lacht André. ‘Geloof me nou maar jonge, iedereen wordt ziek. En anders helpen de pillen je altijd om te slapen’ zegt hij met een lach. André heeft gelijk gekregen, we varen heel de nacht aan de wind dus de boot ligt continu op zijn zij. De golven zijn hoog en kort en het duurt niet lang voordat de eerste Duitser wakker wordt en de railing opzoekt. Ik voel me prima en geniet van de golfslag en het wiegen van de boot. Mijn vreugde wordt alleen gedeeld door de crew en Paul en de rest heeft het na twee uur al gehad. Ik ga voorzichtig mijn bed in liggen want ik wordt moe van al dat gehobbel, die pil begint ook te werken dus het duurt niet lang voordat ik lekker lig te slapen. Helaas duurt het niet lang voordat de biertjes mijn lichaam hebben doorlopen dus ik zoek de railing op om mijn blaas te legen. Er is door de wind en golven maar een plek waar ik mijn behoefte kan doen, maar laat daar nou net een van de vettige kotsende Duitsers zitten. Ik vroeg nog zo lief om erbij te mogen maar hij was niet in staat te bewegen. ‘Dude!? Im puking every minute, I can’t move!’ Haha wat een landrot, alleen nu moet ik dus wel in de boot naar het toilet en dit was echt geen pretje. In de boot brand alleen rood licht dus veel zie je niet, het is vochtig en glad en de golven brengen je continu uit balans. Ik herinner Andre’s woorden. ‘Sit down while peeing because else you are going to make pisacco’s’. Ik probeer dus zitting te nemen op het kleine toiletje, het beetje water klotst al heen en weer nog voordat ik begonnen bent. Tot overmaat van ramp flikkert ook nog de toilet deur uit zijn scharnieren door een iets te grote golf. Wat een chaos en gênant moment. Met mijn rechterhand houd ik de wasbak vast om niet van het toilet af te donderen. Mijn linkerhand is bezig om het water weg te pompen om te zorgen dat het niet tegen mijn billen aan klotst en met mijn hoofd kop ik iedere keer de deur die nu alleen aan een touwtje hangt. Een zeer interessante ervaring en het kon nog steeds mijn pret niet drukken want ik genoot. Ik was echt bijna de enige want uiteindelijk kotsen zes van de zeven Duitsers dus de eerste overwinning is al geboekt en de toon is gezet.

De beloning is voor iedereen wel groot, ik word in de ochtend wakker omdat we eindelijk stil liggen. Ik kijk uit een van de patrijspoortjes naast mijn bed en geloof bijna niet wat ik zie. Het water is nog blauwer dan de Corn islands, Bacalar of Cancun en we liggen pal naast een van de 370 eilanden. Het eiland is klein en met klein bedoel ik echt heel klein. We lopen binnen tien minuten rond het eiland en er staat niets anders op dan palmbomen en vier hutjes van hout waarin de Kuna leven. De Kuna zijn de bewoners van de San Blas eilanden en opereren zelfstandig binnen Panama. We spenderen de dag met volleyballen, zwemmen, bier drinken en eten. André koopt bij de Kuna tien kilo aan vis en zeven kreeften en ik kan niet wachten om ze te eten. Het avondmaal moet nog wel bereid worden en graag help ik mee. Mijn taak, de kreeft doormidden hakken met een bijl en hamer. Zielig is het zeker wat de kreeft spartelt tegen maar ik moet het proberen. Vissen fileren heb ik al geleerd op Caye Caulker maar een kreeft bereiden nog niet. Het avondmaal is daardoor nog verrukkelijker en daarna worden we naar het eiland gebracht voor een feest in de ‘club’. Een van de houten hutjes heeft een grote koelkast volgepakt met bier. De speaker knalt salsa muziek en André laat zien hoe Colombianen uit Cali dansen. We luisteren even later naar de lokale muziek van de Kuna. Meer dan een gitaar en trommel hebben ze niet nodig om er een feest van te maken en de eerste avond op de eilanden is meteen een feest.

De volgende dag staan we op met pannenkoeken en varen we maar een uur naar het volgende eiland. Ditmaal geen klotsende golven en kotsende Duitsers maar vlak blauw water en een briesje om rustig over het water te kabbelen. Ook dit nieuwe eiland steekt nog geen meter boven de zee uit en heeft witte strandjes met houten hutjes. Wederom hangt er een volleybal net dus doen we die dag niks anders. De Kuna komen eerst als toeschouwers juichen maar dagen ons vervolgens uit voor een wedstrijd. Spannend is de wedstrijd zeker want ook al zijn de Kuna amper anderhalve meter groot, serveren kunnen ze zeker. Ik verbaas me er niets om want naast bier drinken en vissen is de enige activiteit rond het volleybal veld te doen. Toch winnen we de wedstrijd en houden we de westerse eer hoog. Het maakt me vrolijk dat we een lach op de gezichten van de locals kunnen brengen en met ze in contact zijn gekomen. We gaan even terug naar de boot voor ons avond eten maar gaan daarna weer terug naar het eiland. Swingend is het niet echt maar ik spot ineens een half dovend vuurtje. Dit is het enige wat ik nodig heb, vuur. Snel begin ik te blazen en te wapperen en ook al is het hout vochtig, we krijgen het weer aan de praat. Met hoofdlamp op loop ik regelmatig over het kleine eilandje om hout te sprokkelen. Een moeilijke taak want zie maar eens droog hout te vinden. Drie Kuna’s hebben mijn strubbelingen door en vinden het geweldig dat ik de ‘firemaster’ ben. Ze wuiven dat ik ze moet volgen want samen gaan we het vuur nog groter maken zeggen ze. Met zijn vieren rukken we vervolgens zoveel mogelijk dode palmbladeren uit de bomen en natuurlijk willen ze alles in één keer op het vuur flikkeren. Hoe groter hoe beter is het motto en koud zal niemand het die avond meer hebben.

De laatste rustige dag breekt aan en wederom is het ontbijt geweldig. De chefs Camilla en Flor zijn in staat om iedere keer weer een top maaltijd neer te zetten maar vandaag is het hoogtepunt. De lunch wordt het avond eten want we vertrekken na het diner richting Cartagena de volle zee op. We zijn in de ochtend wederom op een parel afgezet. Nu hebben we een keer het eiland voor ons alleen met alleen een Kuna familie om ons heen om kokosnoten van te kopen. We spenderen de dag door, hoe kan het ook anders, te volleyballen en te zwemmen en genieten van onze laatste uren. Als we worden opgehaald vraagt André met een glimlach of we honger hebben. Niemand zegt voluit ja totdat hij zegt dat we spair-ribs gaan eten. Iedereen weet niet hoe snel ze weer terug naar de boot moeten zwemmen en ook al wordt ons de tip gegeven niet teveel te eten, wordt alles op gevreten. Na de lunch spelen we nog eenmaal een potje volleybal en na een paar uur wachten op de boot begint de trip.

Als ik om 11 uur weer eens wakker wordt en nu echt niet meer in mijn schuine bed kan liggen ga ik naar het dek. De boot vaart redelijk rustig over de vijf meter hoge golven. Plotseling schreeuwt Vick, ‘dolfijnen!’ Ik veer op en daar gaan ze. Kleiner dan ik ben gewend maar even mooi. Ze omcirkelen de boot en springen vlak voor de boeg even uit het water. Toch voelt niemand zich geweldig want we klotsen nu al meer dan elf uur over de golven. Tijdens het daglicht gebeurt er dan ook niet veel want alle vijftien personen zitten in een licht deprimerende stemming. Sommigen lezen een boek of slapen op het dek, de meesten staren echter doelloos voor zich uit. Niemand voelt zich ziek maar er is ook niemand die van de trip geniet. Ook ik weet mijn gevoel niet goed te plaatsen. Ik slaap daarom zoveel mogelijk en begin voordat ik het weet aan de nacht. Nog tien uur zijn er gepasseerd en nog maar veertien te gaan voordat we aankomen.
Ik kruip weer in mijn bedje met Vick en de kapitein zet de motor voor het eerst tijdens de oversteek uit. We weten nu zeker dat we op tijd aankomen en de wind waait hard genoeg om de rest op de zeilen te doen. Ik sluit mijn ogen en voel de boot heen en weer gaan. Soms ben je bijna gewichtloos om meteen daarna jezelf weer 200 kilo te voelen. Het houten interieur van de boot kraakt en als we hard op een grote golf knallen trilt en buigt de boot. Rustig vallen we in slaap.

Als ik weer wakker word ben ik blij want ik zie eindelijk weer land en leven. Boten varen in de verte om ons heen en vogels vliegen boven de boot. Mijn blijheid word niet veel later abrupt vernietigd. Ik hoor van andere passagiers dat de kapitein weg is om 14 vissen en diesel te halen bij een mini eiland. Ik snap het niet want we hebben toch genoeg eten. Nee, helaas, blijkbaar moeten we er nog een dag over doen door hevig weer vlak voor Cartagena. Godverdomme wat is dit nu. Die Colombianen kunnen dus echt niks plannen he denk ik. Ik baal vooral omdat ik Papa nu nog een dag moet laten wachten want op een boot zitten an zich is het probleem nog niet. Toch is de laatste dag niet heel zinderend. We stoppen de halve dag bij een eiland dicht bij Cartagena om eindelijk weer even van de boot af te gaan. Uiteindelijk hebben we in totaal twee dagen vertraging en duurde de oversteek niet 35 uur maar gaan we richting de 65 uur. Het is zeker de boot trip van ons leven geweest. Ik bedoel, zeilen in Kroatië is al die jaren onovertroffen geweest maar deze trip met het zeilen over metershoge golven en op open zee, samen met de hagelwitte stranden van de San Blas is dit een ervaring die ik iedereen zou gunnen.

END OF MIDDEN AMERIKA
Dit was het dan, samen met het afscheid van Panama nemen we ook afscheid van Midden Amerika. Het duurt waarschijnlijk nog wel even voordat we weer terug komen want we hebben bijna alles gezien. In drie maanden zeven landen klinkt snel maar deze landen zijn amper groter dan heel Colombia. Het is ook mooi geweest, begonnen in zuid Mexico zagen we vooral dat vanuit het ruwe Guatemala de landen steeds ontwikkelder werden. Bovenin hoefden we niet te verwachten te communiceren in het Engels of samen met Westerse in een local bus te zitten. Maar per kilometer dat we zuidelijker gingen werden de landen toch anders, westerser zou ik zeggen. Het verschil tussen de landen was mij eerst niet geheel duidelijk maar pas bij Costa Rica en Panama werden de verschillen zichtbaar. Beide kanten hebben ons kunnen bekoren want we kwamen immers voor nieuwe inzichten en ervaringen. In totaal hebben we in 31 dorpen, steden en eilanden geslapen maar hebben we er legio meer bezocht. Ik bedankt Vicky want zonder haar was ik nooit naar het midden gegaan. Wat ben ik blij met deze beslissing maar nu gaan de oogkleppen weer op en kijken we vooruit. Hop tjop gas erop naar land nummer acht, Colombia!

  • 02 April 2018 - 20:07

    Pascal:

    Super verhaal weer! Dank!

  • 04 April 2018 - 10:55

    Ine:

    Mooi Mark, je schrijft zo goed het is alsof wij hier in Nederland erbij zijn. x

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Panama, Panama-stad

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

10 Mei 2018

Bolivia

01 Mei 2018

Peru

26 Maart 2018

Colombia 2

25 Maart 2018

Colombia 1

21 Februari 2018

Panama
Mark

Actief sinds 16 Nov. 2017
Verslag gelezen: 1454
Totaal aantal bezoekers 15433

Voorgaande reizen:

16 November 2017 - 31 December 2017

Mijn eerste reis

Landen bezocht: